
Roundtrip from Landegem along 14 windmills

Deze route is gemaakt door:
RouteXpert Catherine De Groote RouteXpert
Laatst gewijzigd: 08-01-2021
Je rijdt meestal langs rustige wegen, hier en daar een molen en zoals overal in Vlaanderen talrijke kapelletjes.
Animation
Beoordeling
Duur
5h 37m
Transportmodus
Auto of motor
Afstand
177.30 km
Landen


Poldermolen
Het Meetjesland bestaat in het noorden uit het Krekengebied en het zuiden het Houtland. Het Houtland dat je doorkruist is het meest bosrijke gebied van Oost-Vlaanderen en dankt zijn naam dan ook aan de uitgestrekte bossen. De percelen landbouwgrond zijn er afgezoomd door rijen knotwilgen, riethagen en struikgewas. Enkele kanalen trekken kaarsrechte strepen door het Meetjesland. Het Drongengoed is met zijn 550 ha het grootste aaneengesloten bosgebied van Oost-Vlaanderen. Het bos is een belangrijke restant van het middeleeuwse woud tussen Gent en Brugge.
Het Brugse Ommeland is een verrassend groene regio met pittoreske dorpsgezichten. Groene recreatieve assen vormen de Damse Vaart en het kanaal Gent-Oostende. In het noorden rond Damme is het op zee gewonnen landschap open. Ten zuiden deint de bosrijke Brugse groene gordel uit naar het Houtland. Het Brugse Ommeland verenigt kanalen en dijken, kastelen en abdijen, beschermde dorpsgezichten en monumenten, historische hoeves en molens, groendomeinen en natuurreservaten.
De route vangt aan in Landegem dat sedert 2019 een deelgemeente is van Deinze, Het Land van Nevele. Het dorp ligt aan het Schipdonkkanaal, dat er ongeveer het tracé van de Oude Kale volgt. Onmiddellijk na de start kruis je het kanaal en verlaat je de verkeersdrukte van het dorp. Het landschap bestaat nu uit een afwisseling van kouters, bulken en valleigebieden.
Voorbij Lotenhulle kom je aan het kasteel van Poeke (RP 5). Deze lichtroze waterburcht heeft Loirekasteelallures, en dat heeft het uitsluitend aan zichzelf te danken, niet aan de heel bescheiden Poekebeek die erlangs stroomt.
Het kasteelpark is een bosrijk park van 56 hectaren met een ronduit schitterend kasteel in neoclassicistische stijl. De tuinen zijn dagelijks open van zonsopgang tot zonsondergang. Naast het prachtige kasteel met zijn roze gevels zijn in het domein nog te bezichtigen: Franse en Engelse tuin, hondenkennel met bakkersoven, paardenstallen, koetshuis en conciërgewoning en hoeve en carburekot.
Op de grens tussen Poeke en Kanegem staat de Artemeersmolen (RP 7). Het is een ronde stenen korenwindmolen, zonder gaanderij, gebouwd op een molenberg. De Artemeersmolen was oorspronkelijk zowel een olie- als korenmolen. In oktober 1918 werd de molen zwaar beschadigd door het oorlogsgeweld van het vertrekkende Duitse leger. De restauratie van de molen dateert van 1975-1976. Te bezoeken: iedere woensdag en zaterdag van 10 uur tot 17 uur. Op afspraak.
De Mevrouwmolen (RP 8) in Kanegem is een stenen korenwindmolen (destijds ook oliemolen). Oorspronkelijk was het een houten molen, gebouwd in het midden van de 17de eeuw. Een nieuwe staakmolen werd in 1736 opgetrokken. In 1843 werd de molen door een brand vernield en vervangen door de huidige bakstenen stellingmolen die als graan- en oliemolen werd ingericht. De molen werd stilgelegd in 1954. In 2016 werd begonnen met de restauratie van de molen en werden beëindigd in 2018.
Ruiselede staat bekend als molendorp. Die naam hebben ze te danken aan de vele molens die hier in het verleden werkzaam waren. Hostensmolen en de Knokmolen worden vandaag nog regelmatig in werking gesteld. Ook aan natuur geen gebrek. Ruiselede maakt namelijk deel uit van het Landschapspark Bulskampveld.
Langs een doodlopend straatje (tussen huis nr. 4 en 6) kan je tot aan de Hostensmolen rijden. De Hostensmolen (ook Hostesmolen) (RP 11), is een bakstenen windmolen die ca. 1774 werd gebouwd op de plaats waar voorheen een houten molen stond. Omstreeks 1856 werd de molen verhoogd voor een betere windvang. Sinds 1949 is deze stenen stellingmolen beschermd als monument. Vanaf 1961 werd de molen stilgelegd en raakte in verval. In 1999 werd de molen gerestaureerd. De molen is opnieuw in gebruik sinds september 2001. De wieken hebben een vlucht van 24 meter. Hij wordt nog regelmatig draaiende gehouden, vooral op zondagvoormiddag.
De Knokmolen (RP 13) is een stenen korenmolen, gebouwd in 1840 en heeft zijn naam te danken aan de Knokstraat waarlangs hij te bereiken is. In de voorbije eeuw had de molen heel wat tegenslagen. In 1912 was er zware schade aan de houten assekop, die moest dan ook vervangen worden. Dit werd een ijzeren assekop die overkwam van een molen uit Kanegem. Een zware storm in 1940 zorgde ervoor dat de molen verkeerd draaide waardoor het wiekenkruis volledig vernieuwd moest worden. Uiteindelijk brak ook nog de houten gaanderij af die dan werd vervangen door een betonnen constructie. Heden is de Knokmolen bijna elke zaterdag nog in werking.
De tocht zet zich verder door het vlak tot licht golvend landschap met akkers en weilanden langs kronkelende landwegen waarlangs talrijke landbouwbedrijven gelegen zijn. De 305 m hoge VRT-zendmast in Egem (RP 17) domineert het landschap. Hij werd in 1973 gebouwd en is vervaardigd uit metaal. Hij wordt gebruikt voor het verspreiden van de radio- en televisiesignalen van de VRT en verschillende commerciële radiostations zoals JOE fm, Q-Music en Nostalgie.
Kortemark is gelegen in de vallei van de Krekebeek, een vertakking van de IJzer. In de deelgemeente Handzame verandert de naam in Handzamevaart.
De vallei van de Handzamevaart is een open poldergebied. Het gebied werd eeuwenlang als hooi- en weiland gebruikt en kent nog vele historische perceelgrenzen. Er is een rijke flora van vochtige graslanden, terwijl het gebied ook rijk is aan vogels. Het gebied is, op enkele bomenrijen na, boomloos.
De Couchezmolen (RP 32), ook wel de witte molen genoemd vanwege z'n witgekalkte romp, is een stenen windmolen in Zarren. Deze bakstenen stellingmolen is een kanjer in zijn soort: 25 m hoog tot in de nok en daarmee de hoogste molen van België. Er zijn niet minder dan zeven zolders. De molen werd gebouwd in 1870 en is beschermd sinds 1944. In 1914 werd de molen onder toezicht van de Duitse militairen uitgebaat. Tijdens de bevrijding in 1918 bleef de molen praktisch ongedeerd wat hoogst uitzonderlijk was, daar er toen dertien andere molens in de regio werden vernield. Vreemd genoeg waren het de Duitsers die deze molen in 1944 klasseerden. Na de oorlog werd de molen uitsluitend als graanmolen gebruikt tot in 1949. Begin jaren 2000 werd hij grondig gerestaureerd en ingericht als molenmuseum (2006).
Openingstijden: Elke zondag vanaf april t.e.m. september: 14u-18u - Elke 1ste en 4de zondag van de maand wordt er bij voldoende wind gemalen. Gesloten op feestdagen.
Prijzen: Individueel: gratis.
De Wullepitmolen (RP 33), een standaardmolen op vier bakstenen teerlingen gebouwd, is een 17de-eeuwse molen in Zarren. Hij werd opgericht in Zerkegem in 1623 en in 1923 naar Zarren overgebracht. Hij werd op dezelfde ‘berg’ heropgebouwd waar de oude Zarren-Linde molen tijdens de Eerste Wereldoorlog door een artillerievoltreffer werd vernield. Deze overgebrachte houten molen heeft maar een korte maalcarrière gekend. In 1994 kocht de provincie West-Vlaanderen deze molen en restaureerde hem volledig. In 2017 kocht het gemeentebestuur de molen terug van de provincie.
Openingsuren: De molen kan elke 1ste zondag van de maand april tot en met september worden bezocht tussen 14 en 18 uur. Gesloten op feestdagen.
De Kruisstraatmolen is enkel te bereiken via een smal doodlopend onverhard baantje. De Kruisstraatmolen (RP 36) in Werken is een houten molen uit 1773. Hij werd in 1921 overgebracht uit Torhout. Hij is speciaal om twee redenen: het is een ‘driezoldermolen’, wat betekent dat er een extra zolder, de ‘hel’, werd voorzien onder de graanzolder. Daar werd het meel tot bloem gemalen. Bovendien was dit de eerste molen in België met wieken (vlucht 25 meter), voorzien van het zogenaamde ‘systeem van Brussel’. Deze molen werd uitgebaat tot 1975. De molen is eigendom van de gemeente Kortemark en beschermd sinds 14 april 1944.
Openingstijden: Minstens elke 2de zondag van de maanden april tem september van 14 tot 18 uur. Groepen op afspraak.
Koekelare vormt de overgang van de Westhoek en De Polders met het Houtland.
Vanop afstand zie je de wieken van de Oostmolen (RP 41) al vrolijk draaien in de wind. Deze bevindt zich aan de oostelijke rand van het stadscentrum van Gistel. Door zijn dubbele functie van graan- en oliemolen dient de Oostmolen beschouwd te worden als een enig exemplaar onder de staakmolens. De molen is reeds vermeld in 1302. Het huidige molengebouw dateert uit de 18de eeuw. Na een brand in 1979 werd de staakmolen volledig heropgebouwd tussen 1979 en 1982. Elke zondagnamiddag van april tot half oktober laten de enthousiaste molenaars de wieken draaien en worden er doorlopend rondleidingen gegeven. Op regelmatige basis wordt er ook graan gemalen en olie geslaan.
Even uitrusten en dromen in een landelijke herberg met een prachtig buitenterras kan bij Bistro de Molenhoeve (RP 41).
De Witte Molen (RP 45), in de deelgemeente Roksem, is een typisch voorbeeld van een bergmolen, gebouwd op een kunstmatige heuvel, om zo meer wind te vangen. De molen maalde niet alleen graan, maar plette ook haver en perste olie, waarmee verf gemaakt werd. De huidige molenromp dateert uit 1843 en werd door de stad Oudenburg gerestaureerd.
Na het kruisen van de autosnelweg E40 ter hoogte van Jabbeke rijd je door de Meetkerkse Moeren. Dit is een 570 hectare groot natuurgebied gelegen tussen Meetkerke en het kanaal van Brugge naar Oostende. Grote delen van het gebied liggen onder zeeniveau. Vroeger was het een veenmoeras waar in de middeleeuwen turf werd gewonnen als brandstof.
De Poldermolen (RP 52) in Meetkerke, die sinds 2014 na een restauratie weer draait, is gebouwd om overtollig water uit het gebied weg te kunnen pompen naar de Blankenbergse Vaart. De Meetkerkse Moeren vormen een belangrijk biotoop voor bijzondere planten en vogels. Onder andere in het kader van de aanleg van de snelweg A11 werden er in de jaren 2010 natuurherinrichtingswerkzaamheden uitgevoerd om de natuurwaarde van het gebied in stand te houden.
De Zandwegemolen (RP 53) in Brugge bevindt zich aan de Oude Oostendse Steenweg in de wijk Sint-Pieters-op-den-Dijk. De molen kent zijn bouwjaar in 1860 en diende als koren- en oliemolen. In 1932 kreeg de molen een grondige herstelbeurt. Op donderdag 7 september 1944 woedde er een zware storm. Tijdens het draaien zorgde een hevige windstoot ervoor dat de molen niet snel genoeg kon stoppen. Hierdoor brak de askop in drie stukken. Juist na de Tweede Wereldoorlog was er echter niet genoeg geld om de molen te repareren. In 1970 werd een een nieuw complex gebouwd rond de molen. Zo veranderde de Zandwegemolen in een horecagelegenheid. De molen is een beschermd monument sinds 1982.
Nabij de Dampoort en het Dampoortsas in Brugge staat een replica van een oude kraan (RP 57). Hij werd gemaakt door de leerlingen van het Vrij Technisch Instituut en was bedoeld voor Brugge 2002, Culturele hoofdstad van Europa. Als voorbeeld namen zij de oude stadskraan die in de late middeleeuwen hoofdzakelijk op het Kraanplein stond. Enkele jaren heeft deze replica gestaan op het Jan Van Eyckplein, dus dicht bij de plaats waar de oorspronkelijke stadskraan stond en vlak bij de kaaimuren waar nu de reien eindigen.
Sinds het ontstaan van de buitenste stadsomwalling aan het einde van de 13de eeuw sieren molens de Brugse stadsvesten. Tot ver in de 19de eeuw hadden ze een belangrijke economische functie. De
Even verder kom je aan de Sint-Janshuismolen (RP 59). De windmolen die er nu staat kent zijn bouwjaar in 1770 en fungeert als korenmolen. Het is reeds de derde molen op die plek. Hij dankt zijn naam aan het gasthuis van Sint-Jan. Het gasthuis heeft de molen wellicht nooit in zijn bezit gehad, maar er werd wel een rente in opgelegd ten voordele ervan. De molen kende een grondige opknapbeurt in 2001, in functie van "Brugge, culturele hoofdstad van Europa 2002". De molen kan nog steeds bezocht worden.
De Bonne-Chièremolen (RP 60) kent zijn bouwjaar in 1844 en fungeert als koren- en oliemolen. De huidige molen werd gebouwd in Olsene in Oost-Vlaanderen. In 1876 werd de molen verkocht aan een molenaar uit Brugge. Deze molen diende als vervanging van een eerdere molen in Brugge die in 1903 was omgewaaid tijdens een hevige storm. In 1997 werd de molen grootschalig gerestaureerd, waardoor de vervallen molen weer maalvaardig werd. Tegenwoordig staat de Bonne-Chièremolen nog steeds op dezelfde plek, maar het is niet mogelijk om de molen te bezoeken.
Je verlaat Brugge via de Damse Vaart. De vaart staat tegenwoordig bekend omwille van haar fietsvriendelijke karakter in het mooie kader dat de groene polders zijn en de kromgewaaide Marilandica populieren. Je zet je tocht verder door het poldergebied van Moerkerke. De weg slingert verder richting Drongengoed. Het Drongengoedbos is het grootste bos van de provincie Oost-Vlaanderen. Het bos is 750 hectare groot en is Europees beschermd natuurgebied. Men is bezig een deel van het Drongengoedbos terug in zijn oorspronkelijk staat te herstellen. Vroeger was het grotendeels heide en venen en die worden nu terug aangelegd.
In het Drongengoedbos ligt een militair domein (214 hectare) met een vliegveld, dat vroeger tot de NAVO behoorde. Sinds 1993 is het een militair oefenterrein, zonder permanente militaire aanwezigheid.
Het vliegveld wordt gebruikt voor de sportvliegerij. Ook Wings and Wheels en Ursel Avia vinden plaats op en rond het militair vliegveld en internationale wielerploegen komen frequent trainen op het vliegveld.
Vroeger lag het vliegveld in het zuidelijk deel van het Landschapspark Drongengoed. Dat inmiddels verdwenen W.O.II-vliegveld met de geallieerde codenaam B-67 kun je herontdekken op het infopad 'Vervlogen Verleden'.
Tijdens de bevrijding in 1944-1945 opereerden hier vier squadrons Hawker Typhoon van de Britse Royal Air Force (RAF).
Midden in het Drongengoedbos ligt de Drongengoedhoeve, een abdijhoeve die door de Norbertijnen gebruikt werd om vooral in de 18de eeuw bos te ontginnen. Nu is de Drongengoedhoeve een bezoekerscentrum.
In Brasserie Het Jagershof (RP 69) kan je iets eten of drinken.
De Pietendriesmolen (RP 71) is een windmolen op de grens tussen de Meetjeslandse dorpen Ursel, Knesselare en Aalter. Het is de oudste staakmolen van de streek. De eerste vermelding van deze windmolen stamt uit 1563.
In 1804, na een storm, werd de molen heropgebouwd. Vele onderdelen werden gerecupereerd in de nieuwe molen. In 1975 besloot de gemeente Knesselare (welke in 1974 eigenaar werd) tot herstelling van de molen.
Vier jaar later, in 1979 werd begonnen aan de restauratie van de vervallen molen. Sinds 2009 is de molen, na een gefaseerde restauratie, weer regelmatig in bedrijf.
Via Zomergem kom je terug aan je startpunt in Landegem.
Deze route krijgt 5 sterren. Het landschap is zeer afwisselend met zowel kreken, weiden, akkers als bossen. De wegen zijn rustig en slingeren zich door het vlakke land. Doordat de wegen in zeer goede staat zijn, kan je volop van het landschap en de natuur genieten. Langs deze landelijke route liggen her en der verspreid een 14-tal molens en verschillende kapelletjes.

Poeke castle

Couchezmolen
Deze route downloaden?
Je kan de route gratis, zonder MyRoute-app account downloaden. Om dit te doen, open de route en klik op 'opslaan als'. Deze route wijzigen?
Geen probleem, open eerst de route. Volg de tutorial en maak je eigen MyRoute-app account aan. Na registratie, start je trial automatisch.
Gebruik van deze gps-route is voor eigen rekening en risico. De route is met zorg samengesteld en door een MyRoute-app geaccrediteerde RouteXpert gecontroleerd voor gebruik op zowel TomTom, Garmin als MyRoute-app Navigation.
Door gewijzigde omstandigheden, wegomleidingen of seizoensafsluitingen kunnen er toch veranderingen zijn ontstaan. Daarom adviseren wij iedere route voor gebruik te controleren.
Gebruik bij voorkeur de routetrack in je navigatiesysteem. Meer uitleg over het gebruik van MyRoute-app kun je vinden op de website bij ‘Community’ of ‘Webinars’.
Door gewijzigde omstandigheden, wegomleidingen of seizoensafsluitingen kunnen er toch veranderingen zijn ontstaan. Daarom adviseren wij iedere route voor gebruik te controleren.
Gebruik bij voorkeur de routetrack in je navigatiesysteem. Meer uitleg over het gebruik van MyRoute-app kun je vinden op de website bij ‘Community’ of ‘Webinars’.