
Cathar Castles from Montaillou

Deze route is gemaakt door:
RouteXpert Jan Koelstra (jan cabrio)
Laatst gewijzigd: 28-03-2025
Het is de zuidelijke route behorende bij een collectie van drie tochten door het Katharenland.
Gezien de strategische posities van de vestingen kan je rekenen op veel haarspeldbochten. Eenmaal bij de burchten wacht je vaak nog een hele klim. Neem goede wandelschoenen mee op deze tocht. Neem de tijd voor deze rit, die je door de heuvels van de Montagne Noire via de Corbières naar de Pyreneeën voert.
De route beloont zich met 5 sterren want je raakt hier niet uitgekeken op de weg het ruige gebied, de kastelen of wat ervan over is en de bergen..
Bijzonderheid
Leestip: Het stripverhaal "Le dernier cathare" van Eric Lambert, Arnaud Delalande en Bruno Pradelle, uitgeverij Glénat. (laatste link in Review)
Animation
Beoordeling
Duur
7h 24m
Transportmodus
Auto of motor
Afstand
177.22 km
Landen


Pays Cathare
Veel boeken zijn geschreven over deze beweging. Ook is er in de Belgische traditie een komisch stripverhaal over gepubliceerd.
Deze tocht, de meest zuidelijke van drie trajecten door Katharenland, begint in Montaillou en eindigt in Tautavel.
Montaillou, met zijn kasteelruïne, is een dorp dat bijna dertig jaar geleden wereldberoemd werd en de Katharen een cultstatus gaf. Dankzij de Franse historicus Emmanuel Le Roy Ladurie die met behulp van dossiers van de inquisitie een ketters (lees Katharen) dorp in de Pyreneeën 1294-1324 uit de dood liet herrijzen. Hij beschrijft de integrale geschiedenis van dit dorp: het leven van de wieg tot het graf, de zorg om rond te komen, verwantschap en vete, fatsoen en misdaad, de magie en het zoeken naar het zielenheil, de folklore, de mythen en het rijk der schimmen. Dit alles tegen de achtergrond van de Inquisitie, die aan begin veertiende eeuw het afgelegen bergdorp aan de voet van de Pyreneeën aan een grondig onderzoek onderwiep. Montaillou telde niet meer dan zo'n 250 inwoners, voornamelijk boeren en herders. Jaques Fournier, de ambitieuze bisschop van Pamiers die het later zelfs tot paus Benedictus XII in Avignon bracht, leidde het onderzoek. Geen ketter was meer veilig voor deze middeleeuwse Maigret, die zijn slachtoffers meer liet vertellen dan ze eigenlijk kwijt wilden. Alle dorpsgeheimen legde hij bloot, alles werd genoteerd: het intieme leven van de herder en vrijbuiter Pierre Maury, het ongeremde liefdesleven van de gewetenloze dorpspastoor, ketter en verklikker tegelijk, de licht ontvlambare hartstocht van burchtvrouwe Béatrice de Planissoles.
De geschiedenis van dit ver verleden vraagt om een bezoekje aan de restanten van het feodale kasteel waar de geest der Katharen nog rondwaart. Het dorp lag destijds hoger op de helling en dichter bij het kasteel, waarvan nog de stompjes van drie muren resten. Van dat hoger gelegen dorp is vrijwel niets bewaard gebleven, op de fundamenten na. Maar de Fontcanal, de belangrijkste waterbron van het middeleeuwse Montaillou, werkt nog altijd. Vanaf de Fontcanal die vlak bij de kasteelruïne ligt heb je het beste uitzicht op het huidige Montaillou.
Het volgende dorp op je route is Camurac. Het staat in de wintermaanden te boek als wintersportplaats met skimogelijkheden: Pyrénées Audoises. Via een kronkelige weg rijd je naar het dorp Belcaire om te tanken. Vanuit Espezel gaat het noordwaarts naar het gehucht Lescale.
Een groot gedeelte van de huizen van Lescale is door de Duitsers op 9 augustus 1944 in brand gestoken als vergelding voor akties van de verzetsbeweging Maquis de Picaussel tegen de 11e Pantzerdevisie op 6 augustus 1944. Daarna is het gehucht weer opgebouwd. Een gedenkteken houdt de gedachtenis aan dit voorval levendig. Langs de kerk gaat het nu naar Puivert.
Puivert met zijn kasteel is weer een etappeplaats van de Chemin des Cathares. Het is een buitenbeentje tussen de Kathaarse burchten: met zijn mooie symmetrische bouw heeft het niet dat ongenaakbare van de andere forten. De toegang is vrij makkelijk te bereiken, hier geen inspannende klimpartij. De burcht is nu in privébezit en nogal in trek bij filmregisseurs. De eerste sporen van Puivert duiken op rond 1170. Als de kruistocht tegen de Katharen losbarst in 1209 is Gailhard de Congost kasteelheer. Zijn familie heeft haar sympathie voor de Katharen nooit onder stoelen of banken gestoken. In 1209 wordt de burcht ingenomen door de troepen van Simon de Montfort na een belegering die slechts drie dagen duurt. In latere eeuwen komt het kasteel in handen van de adel, maar na de Franse Revolutie wordt Puivert definitief verlaten.
De toegangsbrug en het valhek in de massieve poorttoren zijn niet authentiek. De immense binnenplaats van 80 bij 30 meter dateert uit het begin van de 14de eeuw. Resten van de oude burcht (van voor de 13de eeuw) vind je achter de massieve donjon. Deze "woontoren" van 15 bij 15 meter is 32 meter hoog. Boven de toegangspoort zie je de wapens van Thomas de Bruyères en Isabelle de Melun (zij huwden in 1310). In de zeer goed bewaarde donjon zijn vier verdiepingen met elk één zaal. Vooral de twee bovenste zijn de moeite waard. Op het derde niveau vind je de kapel (met een prachtige doopvont) en op het hoogste niveau de beroemde "salle des musiciens" met acht sculpturen van muzikanten met hun muziekinstrument. Mede door deze zaal is de legende ontstaan dat Puivert in de 12de eeuw een belangrijke rendez-vousplaats was voor troubadours, dat het veel meer een "minnehof" was dan een militaire vesting. Nog een verdieping hoger sta je op het dak van de donjon waar je van een prachtig uitzicht over de Quercorb kan genieten. Je ziet het dorp Puivert liggen met een meertje en een klein vliegveld in een komvormig dal.
Bij het oude provinciestadje Quillan met bijna 4000 inwoners en waar de koffie voor je klaar staat, bereik je de bovenloop van de vallei van de Aude. Je laat nu de uitlopers van de Pyreneeën definitief achter je en je betreedt de mediterrane sfeer.
Het kasteel, gelegen op de oostelijke oever van de Aude stamt uit 12e eeuw, behoorde toe aan de aartsbisschop van Narbonne en is gebouwd volgens de militaire ideeën uit die tijd. Het bouwwerk heeft een oppervlakte van met 30 meter in het vierkant met uitstekende hoektorentjes, een donjon en toegangspoort en ophaalbrug. Vanuit het kasteel in Quillan werd strijd geleverd tegen de Katharen. Je hebt van hierui een goed uitzicht op de stad en de omringende bergen. Onder je liggen de oude brug over de Aude en het centraal gelegen Place de la Repubique. Verder vind je in de oude stadje met zijn vele smalle straatjes ook de in Romaanse stijl van de 12e eeuw gebouwde Église Notre Dame.
Een paar kilometer ten zuiden van Quillan kom je een barrière in de weg tegen; de 4 km lange kloof van Pierre-Lys, uitgehouwen door de rivier de Aude, was tot 1820 een onbegaanbare natuurlijke barrière. Helemaal bij de ingang van de kloof blokkeerde een enorme rots de weg en via klauterpaadjes kon je er omheen. In 1820 groef pater Félix Armand, pastoor van Saint-Martin-de-Lys, samen met zijn parochianen een doorgang met een houweel om de rivier te volgen, een heel smal pad, bijna hangend aan de rand van de leegte. Als eerbetoon aan pater Armand wordt de passage vandaag de dag nog steeds “le Trou du Curé” genoemd.
Je maakt een kleine omweg naar het Château de Puilaurens. Het kasteel werd in 1229 gebouwd op de plek waar waarschijnlijk eerder al een versterkte kerk stond. Eromheen ontstond eveneens een klein dorp. In 1245 en 1246 zochten enkele Katharen hier hun toevlucht tijdens de kruistochten tegen dit, volgens de Rooms-Katholieke kerk, ketterse geloof. Het kasteel werd tijdens deze kruistochten echter niet belegerd en ging rond 1250 over in handen van de Franse staat. Die ging het kasteel gebruiken als verdedigingslinie tegen Aragon, een voormalig graafschap in het tegenwoordige Spanje.
Bij het Verdrag van de Pyreneeën in 1659 schoof de grens een stuk op naar het zuiden, ter hoogte van de natuurlijke grens van de Pyreneeën. Daardoor verdween het belang van het kasteel en gaandeweg raakte het wat in verval. Het werd echter nooit grootscheeps geplunderd, waardoor er vandaag de dag nog veel van het oorspronkelijke kasteel overeind staat.
Je kunt het kasteel van eind maart tot half november dagelijks (tegen betaling) bezoeken. Vanaf de parkeerplaats klim je de laatste tientallen meters omhoog richting de eeuwenoude muren. Het laatste stukje gaat slingerend omhoog, waarbij je een goed beeld krijgt van de verdedigingslinies van het kasteel. Als je het terrein van het kasteel binnenloopt vind je aan je linkerhand de meest intacte gedeeltes. Aan de rechterkant is een grote vlakte, waar in vroeger tijden nog allerlei (waarschijnlijk vooral houten) gebouwen stonden. Uiterst rechts tref je een doorgang waar je een weids uitzicht hebt over de omgeving en kan ontdekken waarom het kasteel op deze plek gebouwd werd. Je kan van alle kanten namelijk heel goed in de gaten houden wie er allemaal door het gebied reist.
Caudiès-de-Fenouillèdes dankt zijn naam aan het Romeinse Cauderiae, een romeinse villa die hier eens stond. Wellicht was er reeds bewoning in de Prehistorie. Vanaf 852 is de naam genoemd als plaats aan de bovenloop van de Vallée de la Boulzane. Het is een oude stadje met oude toegangspoorten, een Place de la Mairie omzoomd met schaduwrijke platanen en enkele vakwerkhuizen. Op de gevel van het gemeentehuis prijkt nog de oude gevelsteen met het wapenschild van Caudiés, een koperen ketel, van voor de Revolutie. Ook een parochiekerk uit de 17e eeuw ontbreekt niet.
In de directe omgeving in Fenouillet ligt het uit de 11e eeuw stammende kasteel dat toebehoorde aan de Vicomtes de Fenouillet en dat een strategische rol speelde voor de smalle, vochtige en weelderig begroeide Gorges de St. Jaume en de oude verbindingswegen. Na de Albigenzer kruistocht (1258) veranderde de situatie en in 1595 werd het op bevel van de Duc de Ventadour in brand gestoken. Wat rest is de ruïne van het kasteel van Fenouillet.
Het volgende traject gaat via de nauwe Galamus-kloof. Dit is écht indrukwekkend! Het riviertje de Agly heeft hier een diepe kloof uitgesneden in de rotsen. Honderd meter boven de rivier, die je wel hoort maar meestal niet ziet, plakt de smalle weg tegen de rots: bochten, overhangende rotsen en tunnelletjes volgen elkaar op. Op de bodem is het een aaneenschakeling van watervalletjes en kleine bassins met kristalhelder water. De Aigly wringt zich door de Gorges de Galamus naar de brede vallei van de Fenouillèdes. Je komt voorbij de Hermitage de St. Antoine, die tegen een ravijnwand is geplakt, een kluizenaarsnest dat het gevoel van eenzaamheid versterkt in een kloof waar je als rijder vast lijkt te 'lopen'. Dit kluizenaarshuisje ligt vele meters boven de met rotsen bezaaide bodem van de kloof verscholen onder een overhangende rots. Het is nog steeds een oase van stilte, hoog boven het wilde water van de Agly. De Hermitage dateert uit de 7e eeuw, maar er verbleven kluizenaars tot 1950. Een bezoekje aan de merkwaardige grotkapel en de bovengrot die gedurende eeuwen als verblijfplaats voor de kluizenaars diende, is de moeite waard.
Je volgt het riviertje de Agly stroomopwaarts tussen de kalksteenkammen. Het gesteente op de bodem van de kloof is door het zeer kalkrijke water bedekt met een gele laag ketelsteen. De Chemin des Cathares voert door een geaccidenteerd terrein van kalksteenformaties, maquis, dicht struikgewas dat aan de noordkant van de hellingen hoog kan opschieten, en garrigues, door beweiding veel opener landschap en oogt als een kruidentuin zonder hekken. Een geurend mengsel van kruiden, planten en bomen in een natuur die puur aandoet totdat een blauwe gloed de idylle verstoort: Bordeauxse pap ofwel kopervitriool met gebluste kalk, een van de eerste chemische bestrijdingsmiddelen uit de 19e eeuw waarmee wijnranken tegen parasitaire ziektes worden besproeid. Een begroeting door het wijnbouwgebied van de Corbières en Langeudoc.
Je komt voorbij Bergerie de Bugamus en krijgt zicht op het imposante Château de Peyrepertuse. Peyrepertuse is één van de mooiste Katharenkastelen van het gebied, gelegen op een smalle rotsrichel, uitkijkend over de Corbières. Hoe onneembaar deze kastelen ook leken, tegen de uithongeringstaktiek van de Franse koning waren ze niet bestand. Ondanks haar grootte en ligging speelde het kasteel nauwelijks een rol tijdens de Albigenzer kruistocht. Guillaume de Peyrepertuse onderwierp zich in 1217 aan Simon de Montfort. Het kasteel ging 1226 over aan de koning van Aragon. In november 1240 viel Château de Peyrepertuse al na een beleg van 3 dagen in handen van de Fransen, omdat in het kasteel nauwelijks voedsel aanwezig was. Het kasteel had in de volgende eeuwen nauwelijks iets te dulden en raakte na de Franse revolutie in verval.
Vanuit het imposante Château de Peyrepertuse daal je af naar het dorpje Duilhac, waar midden in het dorp het bronwater in grote hoeveelheden uit de rotsen stroomt. Het heeft een Romaanse kerk uit de 14e eeuw. Daarna rijd je door naar Cucugnan. Dit mooie wijndorp werd "wereldberoemd" door de Franse schrijver Alphonse Daudet en zijn verhalenbundel "Lettres de mon moulin". Eén van die verhalen heet "Le curé de Cucugnan" en beschrijft hoe pastoor Martin de inwoners van Cucugnan weer in zijn kerk kreeg. In een donderpreek vertelde hij hoe hij in een droom een bezoek bracht aan de hemel, het vagevuur en de hel en... inderdaad, de hele bevolking van Cucugnan zat in de hel! De preek had zo'n impact dat Cucugnan op slag het meest godvruchtige dorp van Frankrijk werd.
Je verlaat het wijndorp Cucugnan, met het pittoreske centrum, in zuidoostelijke richting en hebt al meteen het Château de Queribus, zoals bijna alle andere Kathaarse kastelen, die we onderweg zijn tegen gekomen, prominent in beeld. Dreigend torent het kasteel uit boven de wijngaarden van de Hautes-Corbières en vormt al het ware een verlengstuk van een kilometerslange kalksteenrug waarop het gebouwd is. Via de noordkam bereik je het robuste bolwerk, dat met zijn imposante donjon het laatste bolwerk van de Katharen was, dat in 1255 viel. In dit donjon is de beroemde "gothische zaal", waar een ronde zuil een gewelf ondersteunt, dat gevormd wordt door vier bogen die alle vier verschillende afmetingen hebben: de zuil staat niet in het midden.
Over de belegering zelf van Château de Queribus is weinig bekend. Er zijn geen kronieken die erover schrijven. Er is wel een beperkte briefwisseling tussen de Franse koning en zijn bevelhebbers ter plaatse maar die is grotendeeld ongedateerd en dus moeilijk chronologisch te plaatsen. De acte van overgave is wel gedateerd: mei 1255. Chabert de Barbaira die klaarblijkelijk is gevangen genomen, draagt daarin de burcht met alle bijhorigheden over aan de Franse koning. Hier geen uitputtende belegering en ook geen brandstapel: de Katharen hadden zich tijdig in veiligheid gebracht uit de laatste "Kathaarse vesting" die was overgebleven. De militaire strijd tegen de Katharen en hun beschermers was daarmee voorgoed afgelopen.
De ligging is strategisch sterk. Vanaf het kasteel op 728 meter hoogte heb je een magnifiek uitzicht dat reikt van het nabijgelegen Cucugnan tot over de vlakte van RoussilIon, met midden daarin de stad Perpignan en aan de horizon in het oosten de blauwe Middellandse Zee op 34 kilometer. Onder je naar het zuiden strekt zich tussen twee langgerekte kalkruggen de brede vallei van Fenouillèdes uit met in de verte de Pic du Canigou (2724 m) 38 kilometer ver.
Van kasteel Quéribus daal je over de kilometerslange kalksteenrug af naar het dorpje Padern, dat als een kleine oase in het droge land van de Corbières ligt. Padern ligt aan de voet van Montagne de Tauch, waar het riviertje de Torgan samenstroomt met de Verdouble. Ook hier steekt boven het dorp een ruïne van een kasteel uit dat van de 9e eeuw tot 1579 toebehoorde aan de l’Abbaye de Lagrasse en dat tijdens de Albigenzer kruistocht en strijdpunt was tussen Alain de Roucy, Seigneur de Termes, en de l’Abbaye de Lagrasse. Door de wijngaarden en onderlangs kale heuvelruggen rijd je naar Tuchan, een van de karakteristieke wijndorpen van de Corbières met een sterk mediterraan karakter. Het is een van de negen dorpen waar de Fitou wijn vandaan komt, maar waar ook de zoete dessertwijn Muscat de Rivesaltes geproduceerd wordt.
Het dorpje Tuchan heeft zijn naam te danken aan de vele taxisbomen (in het Occitan dialect betekent ‘touch’ taxis), die ooit de Mont Tauch (917 m) hebben bedekt. Nu zijn dit nog slechts enkele. Op deze Mont Tauch staat de Tour des Géographes, gebouwd in 1791 door een groep astronomen. Nu worden er in deze streek plannen ontwikkeld om te komen tot een windmolenpark.
Toch is Tuchan het meest bekend om het Château Aguilar dat strategisch op een heuvel gelegen de toegang van de Corbières beheerst. Het is een korte rit tussen de wijngaarden door naar de ruïnes van het kasteel. Het kasteel wordt sinds 1020 vermeld en was toen in bezit van de Comte de Fonollède. In de tweede helft van de 12e eeuw gaat het over in de handen van de familie de Termes. Tijdens de Albigenzer kruistocht wordt het in 1210 bezet door Simon de Montfort, die Raymond de Termes gevangen neemt en laat ombrengen in Carcassonne. Château Aguilar was voor korte tijd een toevluchtsoord voor de Katharen, maar speelde geen militaire rol van betekenis tijdens de kruistocht tegen de Katharen.
Hier eindigt eigenlijk deze zuidelijke katharenroute. Vanaf hier is het doorrijden naar je eindbestemming Tautavel waar mogelijkheden zijn om er te verblijven met een hapje en drankje en zelfs een bed.

château de Puivert

château de Puilaurens
Deze route downloaden?
Je kan de route gratis, zonder MyRoute-app account downloaden. Om dit te doen, open de route en klik op 'opslaan als'. Deze route wijzigen?
Geen probleem, open eerst de route. Volg de tutorial en maak je eigen MyRoute-app account aan. Na registratie, start je trial automatisch.
Gebruik van deze gps-route is voor eigen rekening en risico. De route is met zorg samengesteld en door een MyRoute-app geaccrediteerde RouteXpert gecontroleerd voor gebruik op zowel TomTom, Garmin als MyRoute-app Navigation.
Door gewijzigde omstandigheden, wegomleidingen of seizoensafsluitingen kunnen er toch veranderingen zijn ontstaan. Daarom adviseren wij iedere route voor gebruik te controleren.
Gebruik bij voorkeur de routetrack in je navigatiesysteem. Meer uitleg over het gebruik van MyRoute-app kun je vinden op de website bij ‘Community’ of ‘Webinars’.
Door gewijzigde omstandigheden, wegomleidingen of seizoensafsluitingen kunnen er toch veranderingen zijn ontstaan. Daarom adviseren wij iedere route voor gebruik te controleren.
Gebruik bij voorkeur de routetrack in je navigatiesysteem. Meer uitleg over het gebruik van MyRoute-app kun je vinden op de website bij ‘Community’ of ‘Webinars’.

Occitanie
Over deze Regio
Occitanie of Occitanië (Frans: l'Occitanie) is een regio van Frankrijk met als hoofdplaats Toulouse. Het heeft een inwonertal van meer dan 5,6 miljoen, deze inwoners worden Occitanen genoemd. De regio grenst in het zuiden aan de Middellandse Zee, het dwergstaatje Andorra en de Spaanse regio's Catalonië en Aragón. In Frankrijk is de regio omgeven door Nouvelle-Aquitaine ten westen, Provence-Alpes-Côte d'Azur ten oosten en Auvergne-Rhône-Alpes ten noorden.
De huidige regio Occitanie komt overeen met ongeveer 40% van het etnisch-cultureel gebied Occitanië. Het omvat ook de regio Roussillon, wat geen deel was van het historische Occitanië, maar van Catalonië.
Lees meer op Wikipedia
De huidige regio Occitanie komt overeen met ongeveer 40% van het etnisch-cultureel gebied Occitanië. Het omvat ook de regio Roussillon, wat geen deel was van het historische Occitanië, maar van Catalonië.
Bekijk regio
Aantal RX reviews (Occitanie)
Aantal bezoekers (Occitanie)
Aantal downloads (Occitanie)
25 Magnificent routes in France
Deze MRA routecollectie bevat 25 mooie motorroutes in verschillende delen van Frankrijk, zoals de Ardennen, de Elzas, Vercors, de Drôme, de Ardèche, Cote d'Azure, Gorges du Verdon, de Ariège, de Dordogne en Bretagne.
De routes zijn met zorg zijn gemaakt door Bert Loorbach, die zelf een enthousiast motorrijder is. Hij woonde anderhalf jaar in Frankrijk en in die tijd heeft hij zich erop toegelegd om de onbekende en prachtige binnenwegen van Frankrijk speciaal voor motorrijders in kaart te brengen.
De routes zijn gebundeld in de Motortourgids Frankrijk deel 1 van Kosmos uitgeverij en nu ook beschikbaar in MyRouteApp.
IK heb de routes in MRA overgenomen en soms ook iets aangepast om ze nog interessanter te maken voor de motorrijder.
De routes zijn met zorg zijn gemaakt door Bert Loorbach, die zelf een enthousiast motorrijder is. Hij woonde anderhalf jaar in Frankrijk en in die tijd heeft hij zich erop toegelegd om de onbekende en prachtige binnenwegen van Frankrijk speciaal voor motorrijders in kaart te brengen.
De routes zijn gebundeld in de Motortourgids Frankrijk deel 1 van Kosmos uitgeverij en nu ook beschikbaar in MyRouteApp.
IK heb de routes in MRA overgenomen en soms ook iets aangepast om ze nog interessanter te maken voor de motorrijder.
Bekijk Route Collectie
25 Routes
4106.1 km
106h 0m
24 Magnificent routes in France
Dat Frankrijk één van de mooiste en beste toerlanden is staat als een paal boven water. Het biedt een ongelooflijk gevarieerd landschap met goede wegen en een prettig klimaat. Het is niet voor niets dat je er zoveel motorrijders ziet. Mijn vorige collectie van 25 routes in Frankrijk (25 Magnificent routes in France) waren gebaseerd op de routebeschrijvingen uit de Motortourgids Frankrijk deel 1 gemaakt door Bert Loorbach.
Deze collectie van 24 routes komt uit Motortourgids Frankrijk deel 2. Bij deze collectie is er een verschil gemaakt tussen aanrijroutes en motortochtentochten in een bepaald gebied. De aanrijroutes kunnen ook gebruikt worden in combinatie met de routes uit Motortourgids Frankrijk deel 1
De routes zijn soms iets aangepast op basis van de tips die Bert Loorbach geeft in zijn beschrijving, of vanwege een andere plaats om te overnachten, of om de minimale lengte van 2 uur voor de MRA Library te halen. Bij elke route staat in de review een meer gedetailleerde beschrijving, inclusief opties om te overnachten of bezienswaardigheden onderweg, welke ook zijn aangegeven met een POI en indien mogelijk met een korte omschrijving.
Er zijn voor een aantal gebieden 2 of meer routes gemaakt, zoals voor de Bourgogne, Auvergne, De Alpen, Tarn en Cévennen en Nord-Pas de Calais. Deze routes zijn mooi te combineren in een meerdaagse tocht.
Deze collectie van 24 routes komt uit Motortourgids Frankrijk deel 2. Bij deze collectie is er een verschil gemaakt tussen aanrijroutes en motortochtentochten in een bepaald gebied. De aanrijroutes kunnen ook gebruikt worden in combinatie met de routes uit Motortourgids Frankrijk deel 1
De routes zijn soms iets aangepast op basis van de tips die Bert Loorbach geeft in zijn beschrijving, of vanwege een andere plaats om te overnachten, of om de minimale lengte van 2 uur voor de MRA Library te halen. Bij elke route staat in de review een meer gedetailleerde beschrijving, inclusief opties om te overnachten of bezienswaardigheden onderweg, welke ook zijn aangegeven met een POI en indien mogelijk met een korte omschrijving.
Er zijn voor een aantal gebieden 2 of meer routes gemaakt, zoals voor de Bourgogne, Auvergne, De Alpen, Tarn en Cévennen en Nord-Pas de Calais. Deze routes zijn mooi te combineren in een meerdaagse tocht.
Bekijk Route Collectie
24 Routes
4639.75 km
99h 56m