Je kan deze rondrit gemakkelijk starten aan de Park & Ride van Namur, aan afrit 15 van de E411. Je volgt de Maas gedurende 7 km en slaat dan rechtsaf. Je rijdt nu door de vallei van het riviertje de Samson. De weg slingert je weer omhoog van de Samson-vallei weg naar een hoogplateau.

De wegen langs de Maas zijn druk en dus ga je zodra je kan weg naar het dorpje Lustin en vervolgens naar Crupet waar het charmante kasteel als een verrassing tussen het groen opduikt.
Kasteel van Crupet wordt gedomineerd door een 15de-eeuwse toren met vakwerkbouw en is omringd door een brede slotgracht. Dit kasteel is in privébezit.

Veel bekender, maar minder authentiek is de burcht van Spontin. Het mooie kasteel van Spontin bevindt zich in het centrum van Spontin, een deel van de Belgische gemeente Yvoir. Met zijn massieve muren, zijn torens bekroond met leistenen spitsen en zijn slotgracht met ophaalbrug beantwoordt het vrij goed aan het beeld dat men zich doorgaans vormt van een Middeleeuws kasteel. De huidige vorm dateert van de 16de eeuw.
Het kasteel van Spontin was gelegen op een strategische plek. Door de eeuwen heen is het kasteel vele malen aangevallen door onder meer legers uit Luik, Dinant, Bourgondië en Frankrijk. Geen enkel leger slaagde erin om het Kasteel van Spontin in te nemen. Het kasteel is niet toegankelijk.

In Yvoir kom je terug aan de Maas. Dit is een onopvallend stadje opgebouwd uit de typerende grijze kalksteen. Een paar kilometer verder valt het torentje van de abdij van Leffe in het oog. Deze is vooral bekend voor het bier. De Abdij van Leffe, opgericht in 1152, was een norbertijnenabdij waar kanunniken in een gemeenschap samenleefden met bijzondere aandacht voor opvang en gastvrijheid; talrijke pelgrims konden altijd in de Abdij van Leffe terecht.
In 1952 werd besloten de brouwtraditie en de goed bewaarde receptuur van Leffe te hervatten om een gamma van heerlijke Leffe bieren aan te bieden. Ab-Inbev heeft de fakkel overgenomen en stelt zich tot taak de traditie van het Leffe bier voort te zetten.
In de omgeving van het dorpje Lisogne heb je enkele mooie weidse uitzichten over de streek.

Er zijn weinig plaatsen in de Ardennen met zo’n karakteristiek uiterlijk als Dinant. Alleen die skyline al: hoge herenhuizen, hogere kerk, nog hogere rotswanden en daar bovenop de citadel.
De citadel is letterlijk en figuurlijk het hoogtepunt van een bezoek aan Dinant. Een kabelbaan brengt je vanaf de Maaskade naar boven, maar eigenlijk is het leuker om de oude trappen te nemen, 408 stuks totaal. Eenmaal op een hoogte van honderd meter boven de stad, kijkt de citadel machtig uit over land en water.
Open: van april tot september: Alle dagen van 10 u. tot 18 u. Van oktober tot midden november: alle dagen van 10 u. tot 17.30 u. - Van midden november tot maart: alle dagen van 10 u. tot 16.30 u. (behalve op vrijdag)
Inkomprijs: volwassenen: € 10,00

Er is er ook gelegenheid om iets te eten of te drinken, bv. in de Taverne Dinan langs de Maas gelegen.
Net buiten de stad kom je voorbij de Rocher Bayard. De Rocher Bayard is een spectaculaire spitsvormige rots van ongeveer 35 m hoog die volledig los staat van de rest van het klif. De Bayard-rots is verbonden met de legende van de 4 Heemskinderen en het ros Beiaard. De 4 ridders vluchtten op het ros Beiaard voor Karel de Grote. Ter hoogte van Dinant nam het paard zijn aanloop om de Maas over te steken en met een slag van zijn hoeven scheidde hij de rotsachtige uitloper van de rest van het klif.
Zodra Dinant achter je ligt, is het weer tijd voor een stukje natuur aan beide zijden van een mooie bochtige weg. Via Dréhence kom je in Anseremme waar Lesse en Maas samenvloeien. Anseremme is vooral gekend om de kanotochten over de Lesse die hier eindigen.

In Hastière-par-Delà kan je niet voorbij aan de 11de-eeuwse Romaanse kerk waar vroeger een abdij omheen stond die na de Franse revolutie is verdwenen. De kerk is gerestaureerd en van een zeldzame schoonheid en soberheid.

De tocht verloopt erg landelijk. Bossen maken plaats voor uitgestrekte landbouwvelden. Hier kan je enkele mooie foto's van de omgeving nemen.

In Mettet kom je voorbij het 'circuit de vitesse Jules Tachény'.

Voor je het eindpunt bereikt, staat enkel nog de vallei van de Molignée te wachten. De weg slingert afwisselend over de rivier en onder de spoorwegbruggen door.

In de abdij van Maredsous brouwen ze trappist en maken ze kaas. Dit is zeker een bezoekje waard.
De Abdij van Maredsous werd in 1872 door benedictijnenmonniken. Ze is een typisch voorbeeld van de neogotiek en past harmonieus in de beboste en glooiende omgeving van de streek. Liefhebbers van abdijbier en abdijkaas komen hier zeker aan hun trekken.
Te bezoeken:
van april tot september: van 10u tot 18u op werkdagen, van 10u tot 19u op zaterdag en van 10u tot 20u op zondag - van oktober tot maart: open van 10u tot 18u op werkdagen en van 10u tot 19u het weekend - tijdens zomervakantie (juli en augustus): open van 10u tot 19u van maandag tot zaterdag en van 10u tot 20u op zondag

Voor je de vallei verlaat passeer je nog de burchtruïne van Montaigle om ten slotte terug de Maas te bereiken. Dit kasteel werd bewoond door de heren van Montaigle. Na de verwoesting door Hendrik II in 1554 werd het nooit meer heropgebouwd.

De Tuinen van Annevoie vinden hun oorsprong in de familiehistoriek van de Montpelliers die terug gaat tot het midden van de XVde eeuw. De tuinen werden ontworpen op basis van drie verschillende filosofieën: de Franse stijl, waarbij de kunst de natuur corrigeert, de Italiaanse stijl, waarbij de kunst aan de natuur zich aanpast, de Engelse stijl, waarbij de kunst de natuur imiteert.
In de jaren 30 van de vorige eeuw gaan de tuinen eindelijk open voor het grote publiek. Als snel worden ze geklasseerd als Waals Erfgoed.
Open van april tot begin november: alle dagen van 9u30 tot 17u30. Ingang: 8,20 Euro/pers.

Na een paar ommetjes door het Bois de Villers rijdt je Wépion binnen waar het Museum van de aardbei is. Als je alles wil weten over de heerlijke aardbeien van Wépion, dan moet je zeker dit niet te missen Naamse museum bezoeken. Geniet ook van een vrij bezoek aan de Tuin van de kleine vruchten, waar je de seizoensdelicatessen kan proeven.
Het Aardbeienmuseum is opgericht in een oude villa, aan de oever van de Maas, en telt vijf tentoonstellingszalen die gewijd zijn aan de geschiedenis van deze plek en de aardbeienteelt. Ga ook eens langs in het documentatiecentrum of in de winkel waar je allerlei streekproducten van regionale producenten kunt kopen. Tijdens het aardbeienseizoen kan je er ook aardbeien verkrijgen.
Je kan het museum vrij bezoeken

Nu komt stilaan het einde van de tocht in zicht. Er rest enkel nog de beklimming van de citadel van Namur over de kleine kasseistenen.

De Citadel van Namen ligt op een 100 meter hoge heuvel boven Namen. Hij ligt op een strategische plaats op de plek waar de rivier de Samber uitmondt in de Maas. Het is een van de grootste burchten van Europa en is via de Pont de Jambes verbonden met het Naamse stadsdeel Jambes. De Citadel van Namen bevindt zich in 80 ha groen gebied. In de oude kazerne van Terra Nova geeft het Bezoekerscentrum 2000 jaar stedelijke en militaire geschiedenis van Europa weer aan de hand van de geschiedenis van Namen en zijn citadel. Zo krijgen we een beeld van de samenlevingen van gisteren, vandaag en morgen.
Je kan het Centrum vrij bezoeken of met een gids. Voor de openingsuren kijk je best even op de website. De link vind je hieronder.

De route eindigt in Namur waar je nog iets kan eten of drinken. Je kan ook net buiten het centrum je tocht afsluiten in de Lunch Garden waar ook een ruime parking is.

Deze rondrit krijgt 4 sterren omdat hij je niet enkel langs enkele kastelen, burchten en natuurmonumenten brengt, maar tevens zeer landelijk is waarbij bossen plaats maken voor uitgestrekte landbouwvelden. De kleine dorpjes storen helemaal niet omdat ze hun authenticiteit hebben bewaard. Spijtig liggen niet alle wegen er even goed bij.