De Semois ontspringt in Arlon, waar de bron in 1966 blootgelegd werd en te bezichtigen is. Ze stroomt in westelijke richting, parallel aan de landsgrens, die voorbij Bohan wordt overgestoken. Gedurende het grootste deel van de loop, van Chiny tot de monding, meandert de rivier sterk. De monding van de Semois, in het Frans Semoy geheten, in de Maas ligt even ten noorden van Monthermé in het departement Ardennes in Frankrijk.
Het materiaal waarin de Semois zich insnijdt is voornamelijk leisteen. Dit metamorfe gesteente was van oorsprong klei die werd afgezet in het Midden-Siegeniaan (Vroeg-Devoon). De bekendste plaats aan de Semois is de middeleeuwse stad Bouillon met zijn kasteel. Stroomafwaarts zijn de sporen te zien van de tabaksteelt die het dal van de Semois tot halverwege de 20e eeuw heeft gekenmerkt en waaraan in Vresse een museum is gewijd. De Semois is geliefd bij hengelaars die er barbeel, sneep, kopvoorn en snoek vangen.

Je volgt in deze trip de rivier in tegenovergestelde stroomrichting. Je begint in Monthermé en eindigt in Arlon. De afstand van de bron tot de monding is in vogelvlucht maar 70 km lang, maar de totale lengte van de rivier is vanwege de vele meanders bijna het drievoudige.

Het stadje Monthermé ligt op ongeveer 10 kilometer van de grens met België, in de regio Grand Est. Voorheen heette deze regio Champagne-Ardennen, maar sinds 2016 is het samengegaan met de regio’s Lotharingen en Elzas. Het ligt in het Parc Naturel Régional des Ardennes (of gewoon: de Franse Ardennen) en is daarom geweldig voor outdoor activiteiten. Het ligt zowel aan de Maas als aan de Semoy; je kunt kanoën en vissen. In Monthermé zelf zijn een paar historische bezienswaardigheden te vinden, waaronder de Église Saint-Léger, een kerk waarvan delen nog uit de 12e eeuw stammen. Ook de abdijkerk van Laval-Dieu is het bezoeken waard. Er worden ook superveel evenementen georganiseerd. Voor een overzicht daarvan ga je naar het toeristenkantoor aan de Place Jean Baptiste Clément. Er vlak naast zit een boulangerie met heerlijke croissants en baquettes: Le Fournil du Baraquin om in te laden voor onderweg.
Monthermé leefde van de exploitatie van het bos, leisteengroeven, spijkers en de scheepvaart op de Maas. Van 1749 tot 1846 was er een glasfabriek in bedrijf op het terrein van de abdij van Laval Dieu. Toen volgde daar aan het einde van de 19de eeuw, de metallurgische industrie. Gunstig gelegen aan de samenvloeiing van de Maas en de Semoy, levert het plaatstaal en smeedijzer aan de spijker- en boutfabrieken in de omgeving. Vlakbij, op de linkeroever van de Semoy, is een gieterij gevestigd op een plaats genaamd "le Champ du Trou" die "Monthermé" -fornuizen vervaardigt en iets verder stroomopwaarts, in het gehucht Phades, is het een fabriek van gewalste verzinkte platen.
De abdij van Laval-Dieu, gesticht door de kanunniken van Prémontré in de 14e eeuw, heeft talrijke wijzigingen ondergaan na de verwoestingen die door vijandelijke oversteekplaatsen in dit grensgebied zijn aangericht. Er blijft vandaag de geklasseerde abdijkerk die prachtig houtwerk bevat.

Tournevaux is het volgende dorp aan de Semoy. Hier legt vooral de natuur haar stempel op het dorp. De 'Roche aux Corpias', of de ravenrots, kijkt uit over de mooie Semoy met zijn charmante meanders. Maar hij mag er dan zo aardig uitzien, de rivier kan meedogenloos zijn. De inwoners van Tournavaux zullen het niet licht vergeten. Op het einde van de negentiende eeuw steeg het water tot boven de eerste verdieping van hun huizen.

Er ligt een voormalig middeleeuws fort vlakbij het plaatsje Thilay, het château de Linchamps, waarvan nog steeds zijn ruïnes zichtbaar zijn. Oorspronkelijk gebouwd in de 12e eeuw en gerenoveerd in de 16e eeuw. Vernietigd door de koninklijke troepen in het midden van de 16e eeuw, werd het vervolgens herbouwd door de hertog van Guise voordat het een ingrijpende herstructurering onderging en weer verwoest in de tweede helft van de 17e eeuw. Het kasteel van Linchamps bevindt zich vandaag in een verlaten staat op een rots en is grotendeels overwoekerd.

Je passeert in Bohan de grens met België. Bohan ligt in een soort dal maar het loont zeker de moeite om de klim naar boven te maken. Vanaf hier vind je een flink aantal panoramaplekken met aansprekende namen: La Croix, Le Jambon en Les Huit Semois. Op korte afstand ligt het dorpje Membre. Dit oude centrum van de tabaksteelt is in de zomer herkenbaar aan de hoge stengels met harde, licht behaarde bladeren. Uit de tabak van de Semois wordt vrij zware shag gemaakt en een nogal harde soort sigaren. Rond Membre staan nog droogschuren voor tabak.
Tussen Membre en Bohan vind je de spectaculaire overblijfselen van een buurtspoorlijn die amper 5 jaar normaal gefunctioneerd heeft. Aan beide kanten zijn de bruggen over de Semois gebombardeerd en zijn tot vandaag monument van dat verleden. De verbindende tunnel werd een paradijs voor vleermuizen, maar is onlangs hersteld en als fietstunnel weer in gebruik. De site van Membre-Bohan is een unicum op het voormalige buurtspoorwegennet met zijn handvol tunnels en waar viaducten van dergelijke omvang al even schaars zijn, in tegenstelling tot tal van secundaire netten, o.m. in buurland Frankrijk en in Italië.
Het uitkijkpunt Le Jambon de la Semois behoort de mooiste uitzichtpunten op de Semois! De naam van deze plek wordt meteen duidelijk als je er bent. De vorm van de rivier en het land doet denken aan een grote ham.

Het dorp Vresse-sur-Semois heeft een belangrijke toeristische functie, want er zijn hier best wel veel bezienswaardigheden in de buurt. Er staat hier prachtige replica van de eerste locomotief van België uit 1835 "Le Belge".Op ware grootte en volledig in hout. Dit is een mooie reconstructie van de locomotief La Belge, de oudste locomotief van België.
De Pont de Claies is een bijzondere brug over de Semois. Het is namelijk een tijdelijke brug waar je alleen in de zomer gebruik van kunt maken. De wordt ieder jaar namelijk opgebouwd en afgebroken. Dat wordt al eeuwen lang gedaan en die traditie wordt in stand gehouden. In juni beginnen ze met de bouw en eind september wordt de brug weer weggehaald. Als de brug gereed is, komt er iedere dag iemand langs om te controleren of alles nog in orde is. De brug is namelijk gemaakt van gevlochten panelen van berken- en hazelaartakken! Le Pont de Claies is te vinden in het dorp Laforêt, een van de mooiste dorpen van Wallonië. In vroeger tijden werd er in deze streek veel tabak verbouwd. In tijden van laag water besloot men om een brug te bouwen. Zo konden de tabakstelers zonder omweg de landbouwgronden langs de rivier bereiken. Zo bespaarden de mensen die op het land werkten veel tijd.
Met zijn drie onregelmatige bogen en gelegen in het prachtige groen is de Saint-Lambert brug het visitekaartje van Vresse. Wanneer de brug gebouwd werd en door wie, is verloren gegaan in de geschiedenis.

In het dorp Alle gaat het vooral om leisteen. Blauwe steen doet dromen en veel mensen zijn zich er niet van bewust dat de Ardennezen de eerste waren die het ontdekten en exploiteerden. Op de top van het charmante en levendige dorp Alle-sur-Semois heeft de mijn tientallen jaren lang voor het levensonderhoud van de gezinnen in de regio gezorgd. Het bedrijf sloot zijn deuren in 1948 na de succesvolle ontwikkeling van de buitenlandse en moderne productie. In 2012 is besloten om de mijn een nieuw toeristisch leven in te blazen en de verlaten Ardois'Alle-grot te exploiteren.
Richting Rochehaut stuit je op het panorama op Frahan en de meander van de Semois. In het restaurant bij het uitkijkpunt staat de koffie klaar.

Enkele dorpen verder opent zich plotseling de vallei en is daar Bouillon met kade, statige huizen en de erfenis van Godfried: het kasteel. Zo rijk en belangrijk als in de middeleeuwen is het stadje al lang niet meer, maar nog altijd voel je de allure. Alleen de naam al: Bouillon. Godfried van Bouillon. Superridder, held van de Ardennen en officieel Beschermer van het Heilige Graf. Dat hij eind 11de eeuw zijn vaderland verliet om met zijn kruisvaarders Jeruzalem te gaan bevrijden van vijandige moslims, spreekt tot de verbeelding. In het Hertogelijk museum (Musée Ducal), gevestigd in twee gebouwen uit de 18de eeuw. en vlakbij het Kasteel van Bouillon, heeft een schitterende collectie met onder meer Islamitische kunst en Middeleeuwse kunst. Ook komt de archeologie van de regio aan bod en wordt de ijzerindustrie uitgelicht. Ook is er in het museum veel aandacht voor Godfried van Bouillon en kunt u souvenirs bewonderen van de kruistochten zoals wapens en religieuze objecten uit die periode.

Langs uitkijkpunten her en der, kom je langs het charmante gehucht Mortehan met een bezienswaardige begraafplaats aan de oever van de Semois.
In Herbeumont, een vredig en tegelijk toeristisch dorpje, waar de ruïnes van een middeleeuws kasteel een prachtig uitzicht bieden op de Semois is het tijd om te eten. Op het kruispunt in het dorp zijn een paar aardige gelegenheden.
Van deze eens zeer machtige vesting op een steile heuvel, die zogezegd onneembaar was, zijn vandaag nog maar enkele sporen over. Maar ze getuigen wel van een tumultueus verleden. Het bouwwerk uit 1268 werd in de loop der eeuwen bewoond door vele illustere familiedynastieën. In 1657 werd het verwoest door de Franse troepen.

In Chassepierre met gelijknamige beekje in het centrum van het dorp, is in de 19e eeuw overkluisd. In het verleden zorgde het water van de Chassepierre voor de aandrijving van de molens en voedde het de wasplaatsen die langs de hellingen van het dorp lagen, tussen de pastorie en de kerk. Helaas afgebroken in 1980, heeft het toch de ontdekking mogelijk gemaakt van de overblijfselen van een veel oudere bezetting van de site en zijn geologische oorsprong, mooi het “feeënput” genoemd: een netwerk van galerijen gegraven door de mens in de kalksteen, dat zich uitstrekt tot aan de kelders van de pastorie en een mysterieus netwerk vormt.

De belangrijkste bezienswaardigheid van Chiny is de stoere Sint-Nikolaasbrug over de Semois en het privé-kasteel van Villemont.
Vanaf hier wordt de Semois minder bochtig, omdat het gebied hier minder heuvelachtig is. Het landschap wordt allengs lieflijker. De Sint-Walburgiskerk (1829) met abstracte glasramen van Louis-Marie Londot en een geschilderde kruisweg van Louis Lecomte. In het woud van Chiny leven reeën, Europese moeflons en everzwijnen.

Onderweg kom je langs Château du Faing, een kasteel in de deelgemeente Jamoigne. Nu in gebruik als gemeentehuis. Ook voert de weg je langs een brouwerij in Breuvanne, brasserie Artisanale Millevertus, om iets te proeven.

Dan komt al snel het eindpunt in zicht. Arlon is één van de drie oudste steden van België. Zoals een oude stad betaamt heeft het smalle straatjes in zijn centrum Je kunt er door de oude wijk slenteren, de charmante site van Saint-Donat ontdekken, en genieten van een prachtig panorama vanaf de Belvedère.
De bronnen van de Semois liggen in de rue Sonnetty. Ze bevinden zich daar waar twee vijvers uit de 17de en 18de eeuw zijn ontdekt. Deze structuren hoorden bij nabijgelegen leerlooierijen.
Men dankt het onderzoek naar de locatie van de bronnen aan het Bureau voor Toerisme van Arlon. De zoektocht werd gestart tussen 1967 en 1970. Amper 2 jaar later, in 1972, werden de bronnen ingewijd. Sindsdien staat hier een kopie van een fragment van een Romeins monument. Het verwijst naar het Gallo-Romeinse verleden van Aelonn en herinnert de bezoekers aan het belang van water sinds de Oudheid.