Je verlaat het hotel La Langeraie en laat nu definitief de Rhônevallei met de uitgetrekte wijngaarden achter je. Het gaat nu richting de Jura Vaudois.
Eenzame bossen, mysterieuze moerassen, gespleten karstrotsen, open plekken en door stenen muurtjes omzoomde weidelandschappen maken dit natuurpark bijzonder aantrekkelijk.
De bijzondere ligging, de interessante geologie en de buitengewone klimatologische verhoudingen kenmerken het landschap aan het Lac de Joux, het grootste meer van de Jura. Vanaf de Jurahoogten en de zuidelijke voet van de Jura heeft men een overweldigend panorama-uitzicht over het Meer van Genève tot aan de hoogste Alpen.

Lang wachten op enkele mooie uitzichten moet je dan ook niet doen want de weg klimt naar de Col du Marchairuz. Deze bergpas ligt op een hoogte van 1.447 meter. De weg vanuit Bière werd pas in 2011 in de winter sneeuwvrij gemaakt, maar is sinds 2012 open voor verkeer. De weg is 18 kilometer lang en heeft een stijgingspercentage van 7%.

Lac de Joux ligt op een hoogte van 1000 m in de gelijknamige hoge vallei. Het is het grootste meer in het Jura-massief. Het trekt veel zeil- en windsurfliefhebbers aan en maakt ook roeien, waterskiën en wakeboarden mogelijk. De watertemperatuur ligt tussen de 18 en 24 graden en trekt daardoor ook veel zwemmers.
Lac de Joux en Lac des Brenets, bijna aaneengesloten maar veel kleiner, hebben geen oppervlaktestroming: het water infiltreert in de aarde en verschijnt pas een paar kilometer verderop in Vallorbe weer aan de oppervlakte.

De Col de Pétra Félix is gelegen op een hoogte van 1.146 meter. In een bosrijke omgeving en binnen de perimeter van het regionale natuurpark Jura Vaudois ligt de pas ten noordoosten van het Lac de Joux op de grens van de gemeenten L'Abbaye (district Jura-Nord Vaudois) in het oosten en Mont-la-Ville (district Morges) in het westen, op de hoogten van de Orbe-vallei.

Gelegen in een prachtige groene omgeving leeft Romainmôtier op het ritme van zijn abdijkerk, gebouwd naar het model van de kerk van Cluny. In een van de oudste Romaanse kerken van Zwitserland worden regelmatig populaire erediensten en concerten gehouden.
De abdijkerk van Romainmôtier, gebouwd tussen 990 en 1028 volgens de plannen van de kerk van Cluny, is een van de pareltjes van de regio Noord-Vaudois. Een bezoek aan de prachtig bewaard gebleven abdijkerk is een niet te missen culturele activiteit.
De abdijkerk, het toneel van talrijke concerten, weerklinkt zowel in de zomer als in de winter op de klanken van haar grote hedendaagse orgel.

Het kasteel van Yverdon is een militair fort dat in 1259 in opdracht van Peter van Savoye werd gebouwd. Gelegen in het centrum van Yverdon-les-Bains, heeft het door de eeuwen heen talloze transformaties ondergaan. Aan het begin van de 19de eeuw huisvestte het de beroemde pedagoog Johann Heinrich Pestalozzi en zijn Instituut voor jongens. Met zijn medewerkers ontwikkelde Pestalozzi een innovatieve methode in wat een educatief laboratorium moet worden genoemd. Het kasteel huisvestte vervolgens tot 1974 openbare scholen.
Het kasteel, het middelpunt van het rijke Museum van Yverdon en de regio, dat het sinds 1915 huisvest om de geschiedenis van de stad en haar grondgebied gedurende bijna 10.000 jaar te volgen, is het decor geweest van een rijke geschiedenis die tot ver buiten de grenzen bekend is.

Na Yverdon-les-Bains rijd je naar de Col des Etroits. De weg slingert zich door het landschap met rechts en links zicht op de omringende bergen. Na Vuiteboeuf krijgen we enkele mooie haarspeldbochten te verwerken die ons naar de top van de Col des Etroits brengt.
De pas ligt tussen Le Cochet (1.483 m) in het noordoosten en de Monts des Cerfs (1.256 m) in het zuidwesten. Op de noordoostelijke helling stroomt het water van de Buttes, een zijrivier van de Areuse die zelf uitmondt in het meer van Neuchâtel. Aan de andere kant van de pas, aan de zuidoostkant, ligt de Arnon die eveneens uitmondt in het meer van Neuchâtel. Deze pas ligt dus in het stroomgebied van de Aare (zijrivier van de Rijn).
Het gebruik van de pas als toegangsweg dateert waarschijnlijk uit de oudheid. De ontwikkeling van het verkeer dateert uit de 14de en 15de eeuw. Het maakte de doorgang van Comtois-zout en Bourgondische wijn mogelijk. De weg werd op verschillende tijdstippen heraangelegd.

Je volgt de vallei van de Areuse tot aan het meer van Neuchâtel. Met een lengte van 38 km en een breedte van 8 km is het het grootste geheel in Zwitserland gelegen meer. Er zijn niet alleen wijngaarden zover het oog reikt, maar tevens een keur aan kleine, karakteristieke dorpjes langs de mooie waterkant. De gelijknamige stad op de noordoever, die in het Duits Neuenburg heet, is ook indrukwekkend. Het is de hoofdstad van het Franstalige kanton Neuchâtel.
De fraaiste bezienswaardigheden van deze universiteitsstad zijn het kasteel en de kloosterkerk.
Het vroeger tot het koninkrijk Bourgondië behorende kasteel is eigendom geweest van verschillende adellijke families. Zelfs de Pruisen hebben het ooit in handen gehad, voordat het in het bezit van het kanton Neuchâtel kwam en zetel van de regering werd. Ook het kantonnale parlement, de Grote Raad, is er gevestigd.
De indrukwekkende kasteeltorens dienden gedeeltelijk als kerkers, maar enkele werden ook bewoond. Deels dateren ze nog van vóór het jaar 1000. De rijkelijk versierde gevel van de zuidelijke vleugel is in romaanse stijl opgetrokken.
Naast het kasteel is ook de romaans-gotische kerk Notre-Dame met zijn kruisgang een bezoek waard. Het kasteel en de abdijkerk vormen een architectonisch geheel. Het kasteel wordt omringd door tuinen en vanaf het voorplein heb je een heerlijk uitzicht over de stad en het meer.

Met een lus naar het zuiden bereik je Fribourg - of Freiburg. De stad is gelegen op een rotsige uitloper en aan drie kanten omgeven door de meanders van de Saane. Het oude gedeelte van de stad dankt zijn middeleeuwse charme aan de meer dan 200 unieke gotische gevels uit de 15e eeuw. Een stadsmuur van 2 kilometer met talrijke torens en een groot bolwerk is bewaard gebleven en beschermde de stad ooit tegen ongenode gasten. Het meest spectaculaire bouwwerk is echter de gotische kathedraal met zijn prachtige glas-in-loodramen. De bouw van de kathedraal werd in 1283 aangevat en werd in diverse fasen vervolledigd. Hij is gewijd aan St. Nicolas en heeft een 74 hoge toren met een adembenemend 360 graden panorama.

Fribourg is evenens de naam van het kanton dat je nu doorkruist. In deze regio kun je naar hartenlust kaas eten. Het harmonieuze landschap van het district Gruyère, met het Meer van Gruyère, is immers de thuisbasis van de zwartgevlekte Freiburg-koeien, die de melk leveren voor de pittige Gruyère-kaas. Daarna brengt de route je door het regionale natuurpark Gruyère Pays-d'Enhaut. Deze regio is de bakermat van kazen als (wederom) Gruyère, L'Etivaz en Vacherin Fribourgeois. De kooplieden uit van deze streek werden vroeger 'kaasbaronnen' genoemd.

Het Lac de la Gruyère wordt wel eens het kwa landschap mooiste stuwmeer van Zwitserland genoemd. Wat zeker is, is dat het door de rivier de Saane (Frans: Sarine) doorkruiste opslagmeer tussen Freiburg en Bulle met 13,5 km de langste is van het land. De stuwdam bij Rossens werd in 1947 voltooid.

Aan het zuidelijk uiteinde van het stuwmeer ligt het dorp Broc. Hier ontstond in 1898 de eerste chocoladefabriek van Zwitserland, gebouwd door de chocoladepionier Alexandre Cailler. Rondleidingen (incl. bezoek aan de fabriekswinkel) gunnen je een blik in de zoete geheimen van het chocolade maken.

Broc is tevens het eindpunt van deze route. Het Hotel de Ville biedt elegante kamers met gratis WiFi. Er is een eigen restaurant en een café-bar. Alle kamers beschikken over kabel-tv, een eigen badkamer met douche en uitzicht op de bergen.
In het restaurant worden traditionele Zwitserse en mediterrane specialiteiten geserveerd. Bij mooi weer kunt u genieten op het terras van het uitzicht op de Alpen.