Als u slechts één enkele dag op doorreis bent in de Vogezen en u heeft enkel tijd om één toertje te rijden, dan zou ik zeker deze aanraden. Deze toeristische route vanuit Col de Bussang brengt u naar enkele hoogtepunten van de Vogezen terwijl u het asfalt bestrijkt van de beroemde Route des Crëtes. De route zelf, Het kasteel van Haut Koeningsbourg, het stadje Ribeauville en het hoogste punt van de Vogezen, de 'Grand Ballon' zullen u alvast een goed eerste indruk geven van de pracht van de Vogezen.

De route neemt een aanvang aan het hotel Col de Bussang en leidt u over een bosrijk pasje naar de grotere aanvangsweg die u meteen kennis laat maken met d eleukste berg van de Vogezen: de Bramont. Mocht u hier de keuze maken om die effe in de twee richtingen te rijden... we kunnen u geen ongelijk geven...

Even later bereikt u de wereldberoemde Route des Crêtes, de 'toppen'weg van de Vogezen, aangelgd door het leger om snel te kunnen manouvreren. Vandaag heeft de weg vooral een toeristische bestemming. Maar leuk om te rijden en zeker een bucketlist item.

Aan de Col de Bonhomme neemt u gerust even een pauze en aanschouwt u de vele collega's die denken dat de Route des Crëtes hier begint..... Ze vergissen zich, maar laat dat de pret alvst niet drukken. Als u de volledige collectie van de Vogezen uitrijdt, dan komt u de volledige route zeker wel ergens tegen....

Na het verlaten van de Route des Crêtes volgen nog enkele leuke bochtjes en bereikt u langzaamaan het kasteel van Haut Koeningsbourg, één der doelen van deze reis.

De Haut-Koenigsbourg of het Kasteel Haut-Koenigsbourg ligt bij Orschwiller is een burcht, gesitueerd op een rotskam van de oostelijke Vogezen op een hoogte van 755 m. Vanuit het kasteel wordt op het Rijndal uitgekeken.

In de middeleeuwen vormde de Hohkönigsburg het middelpunt van de heerlijkheid Königsburg, waartoe ook het dorp Orschweiler behoorde. Tot 1648 maakte de heerlijkheid deel uit van Voor-Oostenrijk.

De burcht werd voor het eerst genoemd in de 12e eeuw. Het strategische belang werd onderkend door de hertog van Zwaben, Frederik van Hohenstaufen. De burcht werd rond 1147 als Schloss Staufen of ook wel Castrum Estufin door de hertogen van Lotharingen gebouwd. De bezitters van de burcht beheersten door de strategische positie de dorpen en de handelswegen in dit deel van de Rijnvallei.

Vanaf 1192 werd de naam Königsburg gebruikt en doorheen de geschiedenis veranderde het kasteel veelvuldig van eigenaar en zelfs van nationaliteit. Het ging soms over in Franse, dan weer Duitse of Oostenrijkse handen en gedurende de Dertigjarige Oorlog werd de burcht zelfs door Zweden belegerd, veroverd en in brand gestoken.

Na de Frans-Duitse Oorlog werd Elzas-Lotharingen in 1871 deel van het Duitse Keizerrijk en schonk de stad Schlettstadt (Sélestat) op 4 mei 1899 de burcht aan de Duitse keizer, Wilhelm II. De keizer zag in de burcht het symbool van het Germaanse verleden van de Elzas en wilde er een symbool van het herrezen Duitse rijk van maken. Het was de bedoeling om in het kasteel een museum voor de middeleeuwen te vestigen. De keizer liet door de Berlijnse architect Bodo Ebhardt het kasteel reconstrueren (1902-1908). Met de vrede van Versailles kwam het kasteel weer in handen van de Franse staat.

Anno 2021 geldt het kasteel als een van de best bewaarde burchten en is het enige in de Elzas gelegen Franse "Monument National". Het indrukwekkende bastion, de donjon en de Logis Seigneurial en het vergezicht in het Rijndal en de blik op nabije ruïnes van andere burchten (zoals Ortenbourg, Ramstein) hebben het kasteel tot een geliefde toeristische attractie gemaakt.

Na een bezoek aan het kasteel wordt de route verder gezet naar het nabijgelegen Ribeauville.

Ribeauville is een klein dorpje in het departement Haut-Rhin. Ribeauville behoort tot de enkele dorpjes in de regio Elzas die door de eeuwen heen hun authentieke karakter hebben weten te behouden.

Net als veel andere dorpen in deze regio ligt Ribeauvillé midden tussen de wijnvelden. De wijn uit deze regio staat bekend als zeer goed. Veel toeristen komen dan ook speciaal naar Ribeauville toe om hier een wijnproeverij te doen. Op meerdere plaatsen in het dorp zijn er zogenaamde wijnstubbes te vinden. Met name de pinot-noir die in Ribeauvillé gemaakt wordt staat erg goed aangeschreven. In de regio van Ribeauville worden er acht verschillende Grand Crus geproduceerd.

Eén van de belangrijkste inkomensbronnen van het stadje zijn de toeristen er wordt dan ook van alles georganiseerd in Ribeauvilllé om de toeristen naar het stadje toe te lokken. Dit gebeurd overigens niet zonder enig succes. Zo wordt hier jaarlijks één van de leukste kerstmarkten georganiseerd. Het bekendste feest dat hier ieder jaar plaatsvind is het La Fete des Ménétriers. Vrij vertaald het feest van de minstrelen. Volgens een oude legende had de Heer van Ribeaupierre een muzikant een nieuw muziekinstrument gegeven nadat de zijne was gebroken. Om de heer hiervoor te bedanken wordt al meer dan zeshonderd jaar dit feest georganiseerd. Het La Fete des Ménétriers wodrt ieder jaar op de eerste zondag in september gevierd.

De belangrijkste bezienswaardigheden van Ribeauvillé zijnde La Tour de Bochers, het maison des ménétriers, Le château st Ulrich, Le château Girsberd en Le château du Haut-Ribeaupierre.

Na Ribeauville wordt het tijd om de armpjes écht te laten werken. de weg terug naar het hotel is een heerljke asfaltbijter
die u leidt naar het hoogste punt in de Vogezen, de Grand Ballon, eveneens een toeristische attractie van formaat. U bent niet als huis, tuin- en keukentoerist in de Vogezen geweest als u hier niet bent gepasseerd. U kan er een koffie drinken en uiteraard, bij mooi zicht, genieten van schitterende vergezichten die tot in de Alpen reiken. U kan - in optimale condities uiteraard - zelfs de Mont Blanc zien!

De laatste bochtjes brengen u dan wellicht moe maar voldaan terug naa rhet hotel waar u verder van een welverdiende rust kan genieten!