Deze rit vertrekt aan Hotel Campanile ten zuiden van Tours. Weldra verlaat je de RN 10. Je kruist de Indre die je een tijdje volgt.
De versteende grotten van Savonnières zijn twee grotten in Savonnières. De Romeinen waren aanwezig in de grotten, zoals blijkt uit de ontdekking van aardewerk, handmolens en een kerkhof, met nog zeven grafstenen. De grotten werden meestal gevormd tijdens de middeleeuwen, de steen werd gebruikt om kastelen te bouwen. Eeuwen later werden de grotten overspoeld met water, waardoor er langzaam nieuwe doorgangen ontstonden. Ze werden in 1547 bezocht door Bernard Palissy en in 1947 werd een uitbreiding ontdekt.

Het kasteel van Villandry mag dan een van de grote renaissance kastelen van het Loiredal zijn, hij is vooral bekend voor zijn schitterende tuinen.
Met zijn unieke meubels, decor en sfeer is het Château de Villandry een levende getuigenis van het Franse erfgoed. Toen Jean Le Breton het landgoed Villandry verwierf, was het gebouw een middeleeuwse vesting. De defensieve architectuur werd teruggeschroefd, opengesteld en verbeterd met elementen uit de Renaissance. In de 18e eeuw verhuisde de markies de Castellane naar Villandry en voerde een aantal grote veranderingen door om het gebouw om te vormen tot een warm, licht en comfortabel huis dat de kunst van het leven in die tijd weerspiegelde. Tegen het einde van de 19e eeuw was het landgoed in onbruik geraakt en van verwoesting gered door Joachim Carvallo en Ann Coleman, die op hun beurt een restauratiecampagne ondernamen om het in zijn renaissancestaat terug te brengen. Henri Carvallo, de huidige eigenaar van Villandry, treedt in de voetsporen van zijn voorouders door zowel dit unieke erfgoed te behouden als het open te stellen voor bezoekers.
Maar vooral de 5 Franse tuinen van Villandry zijn magnifiek. De decoratieve groententuin bestaat uit 9 vierkante vakken, die samen een kleurrijk dambord vormen. Door de seizoenen heen wisselen de bloemen en groenten elkaar af, en vormen kleurrijke composities. De siertuin is verdeeld in twee 'salons'. De eerste, 'Liefdestuinen' (jardins d'Amour) genoemd, wordt gevormd door 4 vierkante buxusvakken die ieder een andere liefde vertegenwoordigen. Zo is er de tedere liefde met zijn harten; gepassioneerde liefde met gebroken harten; wispelturige liefde, duidelijk verbeeld door liefdeshoorntjes, en waar de kleur geel symbool staat voor bedrogen liefde; en tot slot de tragische liefde, uitgebeeld door messen en zwaarden. Lieren en harpen versieren de tweede 'salon', die in teken staat van muziek. Vervolgens is er de watertuin, waarvan het centrale bassin, in de vorm van een Lodewijk XV spiegel, kalmte en rust uitstraalt. De Kruidentuin (jardin des Simples) biedt een verzameling van geneeskrachtige en aromatische kruiden. En tot slot zal het doolhof jong en oud vermaken.
De allerlaatste tuin is aangelegd in 2008, ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van het ambitieuse project van Joachim Carvallo. Het betreft hier de Zonnetuin, die zich op het hoogtse terras van het kasteel bevindt. Deze bestaat uit 3 kamers: de Kinderkamer met speeltoestellen, de Zonnekamer met bassin in de vorm van een 8-puntige ster, en de Wolkenkamer met rozenstruiken en andere struiken. In het bos boven de tuinen biedt een uitzichttoren een overzicht van het prachtige geheel.
Naast het kasteel kan je genieten van een lekkere lunch in restaurant Le Cheval Rouge.

Je verlaat nu even de Loire om naar het kasteel van Azay-le-Rideau te rijden dat aan de Indre ligt.
Het kasteel, een meesterwerk van de vroege Franse Rennaissance, doet door sommige aspecten denken aan de middeleeuwse burchten uit de 15e eeuw. Het werd gebouwd in de 16e eeuw op een eiland van de Indre. Of het nu zit in de tekeningen van de ramen, het ontwerp van de trap of de versiering van de plafonds, aan de buitenkant zie je de Franse invloed, die doet denken aan de middeleeuwen, en aan de binnenkant hebben de versieringen mee van de Italiaanse Renaissance. Balzac beschrijft het kasteel als "een gefacetteerde diamant, omringd door de Indre".
Ook aan de binnenzijde zijn de muren en plafonds met beeldhouwwerk versierd. Er hangen een aantal grote Vlaamse wandtapijten. De salon heeft een open haard waarboven een salamander is verwerkt. Hiernaast hangen portretten van leden van de voormalige Franse koninklijke familie. Verder zijn de koninklijke appartementen te bewonderen, deze hebben grote rood met goud-kleurige gordijnen. De blauwe kamer is ingericht met ivoren beelden die de Dertigjarige Oorlog uitbeelden. De witte slaapkamer heeft een groot satijnen bed en een 17e-eeuws wandtapijt waarop de jacht wordt uitgebeeld. Op de eerste verdieping is de balzaal te vinden. Verder is er een grote keuken te bewonderen.

Verder langs de Indre passeer je het kasteel van Islette. Het is een prachtig renaissancekasteel omgeven door twee takken van de Indre die het een vredige, romantische omgeving geven. Het is deze setting die Auguste Rodin en Camille Claudel tijdens het laatste deel van de 18e eeuw aantrok toen ze aan het leven in Parijs wilden ontsnappen. Het kasteel werd gebouwd tussen 1520 en 1530 uit witte kalksteen en is een mooi voorbeeld van Franse Renaissance-architectuur.
Je volgt nu een klein eindje de Indre om vervolgens terug de Loire over te steken aan Langeais
via de majestueuse angbrug van Langeais met boogvormige pieren, versierd met torentjes. In de jaren dertig kregen de pijlers van de brug de gotische stijl van het kasteel. Het werd pas gemoderniseerd in het begin van de jaren 80. Het is vandaag de dag, afgezien van de snelweg A85, het enige kruispunt van 45 km over de Loire tussen Tours en Port Boulet.

Het kasteel van Langeais heeft twee gezichten: gezien vanaf de stadskant is het sober en gezien vanaf de binnenplaats is het delicaat en verfijnd. Het park heeft een van Frankrijks oudste stenen donjons, een getuige van middeleeuwse militaire architectuur. De hele locatie spreekt van de middeleeuwen en verleidt tot het maken van een tijdreis naar de dageraad van de Renaissance.
Het is in de 10e eeuw gebouwd als versterking op een overstekend gesteente boven de smalle vallei van de Roumer in het begin van de Loirevallei. In de 12e eeuw werd de versterking verder uitgebouwd en versterkt. Uiteindelijk werd het fort door de Engelsen vernietigd tijdens de Honderdjarige Oorlog. Lodewijk XI van Frankrijk (1461-1483) heeft het laten herbouwen tot de staat waarin het vandaag de dag verkeert. Het kasteel is een van de beste voorbeelden van late middeleeuwse architectuur. Het staat vooral bekend om zijn monumentale gedecoreerde schoorstenen. De grote hal van het kasteel was het toneel van de bruiloft tussen Anna van Bretagne (15 jaar) en koning Karel VIII van Frankrijk. Het politiek geregelde huwelijk moest de relatie en eenheid tussen het hertogdom Bretagne en het koninkrijk Frankrijk versterken en behouden. Er is een prachtige collectie tapijten en antieke meubelen.
Na het bezoek blijf je de Loire van dichtbij volgen, soms verscholen achter het struikgewas. Hier en daar heb je mooie uitzichtspunten op deze prachtige stroom.
De volgende rivier op je route is de Vienne. Hij is 363 km (226 mijl) lang. Het is een belangrijke linker zijrivier van de lagere Loire. Het ondersteunt tal van hydro-elektrische dammen en het is de belangrijkste rivier van het noordelijke deel van de regio Nouvelle-Aquitaine.
De Monplaisir-kelder, uniek in de Loire-vallei, is een oude ondergrondse steengroeve van meer dan 2500 m2 waaruit de tufsteenvertrekken werden gewonnen die het mogelijk maakten om de vele kastelen, lodges en landhuizen te bouwen die in de regio te vinden zijn.
Volgens een seculiere wijnbereidingstraditie in Touraine is het omgebouwd tot een verouderde opslagkelder. Je wandelt door zijn indrukwekkende galerijen vol schatten: meer dan 700 vaten en tienduizenden flessen van de grootste wijnen van Chinon! De beste terroirs van de appellatie staan hier: Chinon, Savigny en Véron, Beaumont en Véron, Ligré ...

De koninklijke vesting van Chinon neemt een strategische plaats in op de kruising van de provincies Anjou, Poitou en Touraine. Vanaf zijn rotspunt overheerst het kasteel niet alleen de regio maar ook de honderden jaren geschiedenis die nog steeds in zijn torens, koninklijk verblijf en de vestingmuren verankerd zijn. Aan het begin van de huidige eeuw begon een groot herstructureringsproject en belangrijke archeologische graafwerkzaamheden in en rond de koninklijke vesting Chinon. De ommuring en de koninklijke vertrekken werden gerenoveerd zodat een nieuwe bezoekersroute kon worden ingericht. Na meer dan duizend jaar geschiedenis is de vesting weer volkomen in het heden verankerd, met dank aan de moderne technologie waarmee het is uitgerust. Touch screens, geluidsterminals en augmented reality zijn enkele voorbeelden van de talloze interactieve installaties die je bezoek beter maken en die voor iedereen toegankelijk zijn.

Hier eindigt de dagtocht. Je steekt de Vienne over en even verder kom je aan hotel Ibis Styles Chinon (11 Rue de la Digue Saint Jacques). Het hotel heeft eigen parkeergelegenheid.