Om op krachten te komen, een thermale kuur te volgen of een moment voor uzelf te nemen ben je hier aan het juiste adres: het pure, vermaarde bronwater van de Grand Est staat al sinds de oudheid bekend om zijn weldadige eigenschappen! Voeg hier een betoverende omgeving, ultramoderne apparatuur en uiterst luxe behandelingen aan toe en uw wellness-vakantie is compleet, voor een duurzaam gevoel van volkomen ontspanning.

Een heerlijke zachte reis langs het water, van de prachtige Moorse wandelgangen in Vittel tot de prestigieuze neobyzantijnse thermen in Contrexéville, zonder de kleinschaligere kuuroorden in de bossen te vergeten, zoals Plombières-les-Bains met zijn spectaculaire stenen koepel, of de thermen in Bains-les-Bains met hun lichtovergoten art-decoruimtes.

Treed in de voetsporen van beroemde historische persoonlijkheden als Montaigne, of Musset, die hier in deze genereuze wateren en grandioze gebouwen nieuwe energie kwamen opdoen. Een ware bron van de eeuwige jeugd, een weldaad voor lichaam en geest!

Celtic en Wattwiller zijn twee natuurlijke bronwaters uit de bergen van de Vogezen. Dit van nature zuivere water wordt geschonken in de beroemdste restaurants van Frankrijk en Europa.
Wattwiller, Lisbeth, Carola, Celtic, Valon, Contrexéville en Vittel, aan bronnen ontbreekt het niet. Sommige bronnen werden al gebruikt door de Romeinen. Door het uitzonderlijke minerale evenwicht en de extreme zuiverheid is het water in elke zin een natuurlijke bron van welzijn. De bronnen van Soultzmatt, Carola en Wattwiller dragen het label Valeurs Parc vanwege hun plaatselijke belang en hun inzet voor het behoud van de biodiversiteit en het natuurlijk erfgoed.

De Vosges Spa Tour start in Contrexéville en eindigt in Wattwiller.
De kuurstad Contrexéville heeft geschiedenis, getuige de opgegraven tumuli en Merovingische voorwerpen. De 18e-eeuwse hertog van Lotharingen, Stanislas Leszaynski, vroeg aan zijn eerste geneeskundige om de bronnen van Contrexéville te onderzoeken. Een bad in de buitenlucht was het gevolg. De dokter van Lodewijk XVI onderzocht het water ook en zijn conclusie leidde tot een eerste badgebouw. Contrexéville kreeg de naam kuuroord te zijn. Een geliefd oord ook, want de schrijver Edmond de Haroncourt schreef tijdens zijn vertrek uit Contrexéville de onsterfelijke woorden 'Partir, c'est mourir un peu' (vertrekken is een beetje doodgaan). Sinds de 19e eeuw werd de complete bevolking beroepsmatig afhankelijk van de kuurindustrie. De bekendste bron, de Source Pavillon (11° C), is de enige die ook de flessen met Contrex-mineraalwater vult. De plaats telt twee kuurgebouwen; een kuur zou garant staan voor verlies van overgewicht en een goede invloed uitoefenen op de werking van het zenuwstelsel. Het water dient ook tegen infecties van de urinewegen. Een volledige kuur kan in drie weken worden gevolgd. Er zijn ook mini-kuren van een weekend. En als tip: Proef Contrex-water direct uit de bron bij de publieke tappunten in de stad.

Vittel op zo'n 5 km, is het bekendste bronnenoord van Lotharingen, eigenlijk van heel Noord­ Frankrijk. De Romeinen legden er al thermen aan. De fundamenten werden dicht bij de bronnen aangetroffen. Nadat het Romeinse Rijk was weggevaagd door de barbaren, genoten alleen de mensen uit de streek nog van het heilzame water; tot in 1852 Louis Boulomié het water van Vittel herontdekte. De waterwinning startte in 1854 vanuit de Grande Source. De verkoop van mineraalwater en het belang van Vittel als kuurcentrum namen toe. Tegenwoordig worden er zo'n miljard flessen per jaar als Vittel gebotteld. Allerlei architecten hebben het hunne bijgedragen aan de opkomst van Vittel als kuurbadplaats. Garnier bouwde er het thermencomplex, de galerijen en smaakvolle villa's. Na de Moorse stijl van de eeuwwisseling werden veel huizen in Normandische stijl uitgevoerd (vak­ werkstijl). Het groene hart van Vittel, het Pare Thermal, illustreert met schaduwrijke laantjes en kolossale bomen de rijkdom en de luxe van Vittel. Vanaf de jaren twintig voegde de architect Bluysen er zijn gebouwen aan toe, herkenbaar aan de strakke lijnen en de witte gevels. Het Casino behoort tot Bluysens fraaiste scheppingen. Wie nieuwsgierig is naar het op niveau kuren, kijkt in het Grand Hotel zijn ogen uit. Het water van Vittel is sulfaathoudend en kalk- en magnesiumrijk. Bezoek de Bron Hépar, bekend om zijn magnesiumrijke water.

Met Bains-les-Bains, 55km verderop, gelegen bij 140 hectare volgroeid bos (eiken, beuken en dennen), ging het op en neer in de geschiedenis. Romeinse soldaten benutten het warme bronnenwater al. Na de Gallo-Romeinse tijd werd het stil rond de bronnen. De ontwikkeling begon weer tijdens de regering van Stanislas. Het hele hof kuurde graag in
Bains-les-Bains. Tijdens de Franse Revolutie (1789) werden de thermengebouwen in beslag genomen. Het huidige Bain Romain, uitgevoerd in Art Decostijl, is tegenwoordig het symbool van Bains-les-Bains' hoop om opnieuw kuurgangers te trekken. Het water zo'n 600.000 liter is er, 24 uur per dag, tussen 33 en 53 °C. De bronnen leveren ook water aan een tweede kuurgebouw, het Bain de la Promenade. In het Grand Pare kunt u een gezondheidsparcours afleggen en naast een gewone kuur is er ook gelegenheid tot mini-kuren. Thermes Napoléon is een moderne spa met Romeinse badcultuur.
Verder te zien: La Manufacture Royale is een oude ijzerfabriek uit de 18e eeuw. en verder te doen: Maak een korte wandeling langs de Canal des Vosges, een pittoresk kanaal.

Na circa 35 km kom je in het koket aandoende kuurstation Plombières-les-Bains. Het is een stadje dat zich in een smal dal aan de voet van de Vogezen heeft genesteld. Gezien de hoogte (1450 m) en de zuurstof producerende bossen heeft Plombières naam luchtkuuroord te zijn.
Maar dat niet alleen. Want sinds de Renaissance onderzochten de medici waar­ om het bronnenwater hier zo heilzaam was. Veel later mat men 11 microcuries per liter, een indrukwekkende radioactiviteit die zeer stimulerend op het menselijk organisme in zou werken. Het papier- en staalstadje is dan ook een klein maar eersterangs kuuroord.
De drie thermengebouwen 'sluiten' hun klanten op in waterkisten, waarbij het hoofd natuurlijk wel vrij blijft. Je kunt ook in uitge­houwen rotsnissen terechtkomen. De laatste kuurmethode stamt nog uit de Romeinse tijd. Plombières is beroemd om zijn verjongingswater. Elke dag verlaat zo'n 1 miljoen liter met een gemiddelde temperatuur van 62° C de bodem onder Plombières.

Het volgende traject gaat door de onvolprezen hoogten van de Vogezen. Je volgt een deel van de Route des Crêtes, langs de bergtop le Grand-Ballon met schitterende uitzichten op bergmeren en dalen. Bij de bergtop Hartmannswillerkopf is tijdens de Eerste Wereldoorlog zwaar gevochten. De strijd tussen het Duitse en Franse leger leidde tot een loopgravenoorlog. Restanten van deze loopgraven en versterkingen zijn op deze locatie nog aanwezig. Op de plaats van de gevechten ligt een herdenkingskapel, een militaire begraafplaats en verder naar het oosten zijn de stellingen te zien.
Uiteindelijk arriveer je in Wattwiller, het plaatsje met het minerale bronwater wat je vaak op de tafel ziet staan ren wat je hier letterlijk langs de kant van de weg kunt drinken. Bij de bottelfabriek van Wattwiller is een tappunt. Iets verderop eindigt je rit in Uffholtz, waar je een gelegenheid kunt vinden om even uit te blazen.