Deze fijne rit start opnieuw aan het hotel Schloss Burgbrohl, een uitermate luxueus hotel waar het meer dan prima verblijven is.

Een eerste tankstation wordt al vrij snel gepasseerd, waarna héérlijk glooiende wegen je doorheen uitgestrekte wouden in de richting brengen van Schloss Bürresheim, een prachtige middeleeuwse burcht die de tand des tijds heeft overleefd. Het is één van de drie burchten in de Eifel die nooit verwoest zijn geweest. Het kasteel was tot 1921 in privé handen en wordt vandaag de dag door de locale culturele organisatie beheerd. Het is volledig gerestaureerd, inclusief de tuinen en het is een bezoek meer dan waard, mocht u geïnteresseerd zijn. Leuk weetje: de vader van Indiana Jones, gespeeld door Sean Connery, werd hier door de Nazi’s vastgehouden in ‘Indiana Jones and the Last Crusade’, een heel beroemde film uit 1989.

Na deze passage moet je even doorheen het stedelijk gebied van Mayen, maar met een beetje geluk ben je er zo doorheen. Het duurt niet lang of je zit weer heerlijk doorheen de bossen te rijden terwijl je typische Eifel-dorpjes passeert. Wanneer je de steile (doch langlopende) daling inzet weet je dat je Cochem aan de Moezel aan het naderen bent.

Cochem is een kleine, doch sfeervolle stad met leuke middeleeuwse steegjes, gezellige café’s en schitterende vakwerkhuizen. Hoewel het de meeste toeristen aantrekt is Bernkastel ook een te duchten concurrent als het op ‘pittoresk’ aankomt. Beide Eifelse dorpjes zijn dus zeker een bezoek waard. Op deze route echter blijven we in Cochem, dat overheerst wordt door het kasteel de ‘Reichsburg’, gebouwd rond 1020. In die tijd floreerde Cochem als een middeleeuwse ommuurde stad waar de locale wijn werd verhandeld en veel geld opbracht. Met dit geld werden veel vakwerkhuizen gebouwd tussen de 13de en de 15de eeuw en deze zijn ook nu nog altijd te bewonderen, zeker op de marktplaats van Cochem. Vandaag de dag is Cochem nog steeds de hoofdplaats voor de Moezelwijnen.

Het kasteel zelf, de Reichsburg, werd in 1689, tijdens de Negenjarige Oorlog, belegerd, ingenomen en opgeblazen door de Franse troepen. Fransen zijn experten in het vernielen van andermans eigendom. In 1868 werd het kasteel opgekocht door de Berlijnse zakenman Louis Fréderic Jacques Ravené. Hij liet de burcht herbouwen in neogotische stijl met de bedoeling dat het de zomerresidentie zou worden voor zijn familie. Uiteindelijk werd in 1942 de burcht aan de overheid verkocht, en na de oorlog kwam het in de handen van de deelstaat Rijnland-Palts. In 1987 kocht de stad uiteindelijk de burcht op en sindsdien is er in de burcht een museum te vinden. Hierbij zijn een aantal ruimtes in de burcht ingericht in de stijl van de neorenaissance en neobarok en zijn er verschillende meubels, schilderijen, tapijten en andere objecten tentoongesteld.
Als u het kasteel wenst te bezoeken is een korte wandeling of de shuttlebus de oplossing. Je kan er niet naartoe rijden.

Voor de ‘gold-diggers’ is er in Cochem ook nog een ander interessant bezoekplaatsje... De Bundesbank-Bunker, een ondergrondse atoombunker uit de Koude Oorlog...
Deze bunker werd in 1962 gebouwd op een diepte van 30 m onder de grond, waarboven vervolgens 2 huizen werden geplaatst die zouden dienen voor de trainingen en de recreatie van medewerkers van de Bundesbank.
In de bunker werd tussen 1965 en het einde van de jaren ’80 de geheime geldvoorraad van Duitsland bewaard. In totaal lag er 15 miljard Mark opgeslagen in de bunker die gebruikt konden worden wanneer het Oostblok de West-Duitse economie zou proberen te saboteren. Om de kluis te kunnen openen waren er 3 aparte sleutels nodig die medewerkers uit Frankfurt in het bezit hadden. Trek ongeveer een uurtje uit voor een eventueel bezoek. Denk eraan dat er geen parking is aan de bunker zelf. Ook hier is een wandeling aangewezen.

Na Cochem rijden we een 17-tal kilometers langsheen de Moezel en dan rijden we de tegenoverliggende helling op. Superleuk (en een beetje technisch) rijden doorheen prachtige natuur, waarna weer even een afdeling volgt om de Moezel nog even gedag te zeggen ter hoogte van Treis-Karden. Hier kan je desnoods een lunchstop plannen in één van de gelegenheden in het dorp.

Na de lunchstop maken we een technisch ommetje naar de grote broer van de Moezel, de almachtige Rijn. Hiervor steken we alweer de volgende berg over om na de benadering van de Rijn (je ziet de rivier zelf helaas niet doorheen de bossen en de bebouwing) deze opnieuw op en af te rijden. Héérlijk motorrijden in het heuvelachtig gebied van de Eifel!

Een laaste passage langsheen de Moezel brengt je dan naar Kobern waar een laatste koffiestop kan worden gehouden alvorens terug te keren naar het hotel in Burgbrohl.